Meetinstructie

In het kort

De meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen is een praktische beschrijving aan de hand waarvan de oppervlakte van een woning gemeten kan worden.

De meetinstructie is praktisch en beknopt, zodat in beginsel iedereen ook de op basis van deze meetinstructie bepaalde oppervlakte van een woning kan "nameten".

Breed gebruik meetinstructie

Al meer dan tien jaar bevordert de meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen de uniformiteit in het meten en registreren van woningen voor diverse doeleinden, zoals voor taxaties, aanbiedingen door makelaars en voor diverse overheidsdoeleinden.

De samenwerkende partijen Aedes, BAG BAO, NVM, NRVT, VastgoedPro, VBO, VNG en Waarderingskamer streven naar duidelijke richtlijnen die zowel voor professionals als voor consumenten en belanghebbenden toe te passen zijn.

Op basis van de ervaringen wordt de meetinstructie periodiek geactualiseerd.

Voorbeelden van gebruik van de meetinstructie zijn het het meten van woningen bij aanbieden aan Funda door de makelaar, wanneer de woning in de verkoop komt.  Nederlandse gemeenten gebruiken de meetinstructie om de gebruiksoppervlakte van woningen voor de Basisregistraties Adressen en Gebouwen te meten. Daarnaast wordt de gebruiksoppervlakte van woningen gebruikt voor taxaties, onder andere voor de hypotheekverstrekking van woningen en voor de taxaties in het kader van de Wet WOZ.

Meetinstructie en NEN2580

Voor het meten van alle soorten van gebouwen heeft het Nederlands Normalisatie Instituut een officiële norm vastgesteld. Deze norm heet NEN2580. Omdat deze norm voor alle gebouwen gebruikt moet kunnen worden, is deze norm complex.

De meetinstructie is daarom gemaakt specifiek op het meten van woningen. Onder woningen vallen bijvoorbeeld ook appartementen en een flatgebouw etc. Door het toespitsen van de meetinstructie op uitsluiten het meten van de gebruiksoppervlakte en uitsluitend het meten van woningen, is de meetinstructie eenvoudiger te begrijpen en toe te passen dan de formele NEN2580.

In aanvulling hierop heeft de meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen nog 'een vereenvoudiging voor het meten van de gebruiksoppervlakte beschreven. Deze vereenvoudiging betreft het feit dat het voor het bepalen van de gebruiksoppervlakte niet relevant is of binnenmuren in de woning al dan niet "dragend" zijn. Bij het formeel meten volgens NEN2580 met wel bekend zijn welke binnenmuren dragend zijn en welke niet.

Toepassing meetinstructie

Naar aanleiding van de gebruikservaringen is ook een document opgesteld met veel gestelde vragen en antwoorden over de meetinstructie. Naar aanleiding van vragen wordt dit document regelmatig geactualiseerd. In dit overzicht is te zien welke antwoorden recent zijn toegevoegd danwel gewijzigd.

Overige documenten Meetinstructie woningen

Om het toepassen van de meetinstructie eenvoudig te maken is ook een opnameformulier gemaakt. Voor meer formele toepassingen is dit opnameformulier vertaald in een meetstaat, waarmee de verantwoording kan plaatsvinden over de meting. In de praktijk zullen veel mensen die de meetinstructie professioneel toepassen, gebruik maken van een geautomatiseerde tool die helpt bij het vertalen van de metingen naar een berekening van de oppervlakte en een verantwoording van die meting.

Voor sommige toepassingen bestaat niet alleen behoefte aan de gebruiksoppervlakte van een woning, maar ook aan de bruto inhoud. Parallel aan de meetinstructie voor de gebruiksoppervlakte is er ook een praktische instructie om de bruto inhoud van een woning te meten.

Oppervlakte bij bepalen energielabel

Ook bij het bepalen van het energielabel of formeel de "energieprestatie-coëfficiënt" speelt de oppervlakte van de woning een rol. Hierbij moet echter rekening gehouden worden met het feit dat niet alle ruimten van de woning op dezelfde manier worden meegenomen. Een niet geïsoleerde ruimte in een verder wel geïsoleerde woning wordt bij het bepalen van het energielabel niet meegenomen.

De samenhang tussen de meetinstructie gebruiksoppervlakte woningen en het meten van de oppervlakte voor het bepalen van de energieprestatie-coëfficiënt wordt in onderstaand document toegelicht.