Over dit document

Deze versie is voor bepalen baten en lasten van invoering van (fase 1 van) het IMWOZ model en bijbehorende StUF woz 03.20 koppelvlakken.

Samenvatting

Het Informatiemodel WOZ, IMWOZ, is de basis voor de specificatie van de inhoud van de Basisregistratie WOZ, voor de inhoud van de Landelijke Voorziening WOZ en voor de verdere registratie die gemeenten voeren voor de uitvoering van de Wet WOZ. De hoofdstukken 1, 3, 4, 5 en 6 geven samen met de domeinen BR WOZ en LV WOZ de formele specificaties van de Basisregistratie WOZ (BR WOZ) en de inhoud van de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ).

Dit informatiemodel is tevens de basis voor de specificatie van berichten die gebruikt worden voor de uitwisseling van informatie. Dit betreft de specificatie van berichten naar en vanuit de LV WOZ (koppelvlak LV WOZ) die hoofdzakelijk de vorm hebben van xml-berichten gespecificeerd binnen StUF woz 03.20 en enkele specifieke Rest/Json API's.

De genoemde delen van het IMWOZ-model met de specificaties van de Basisregistratie WOZ en de Landelijke Voorziening WOZ worden formeel vastgesteld door de Waarderingskamer.

De uitwisseling van informatie voor de uitvoering van de Wet WOZ binnen een gemeente of uitvoeringsorganisaties gebeurt deels met xml-berichten, gespecificeerd binnen StUF woz 03.20, en deels met Rest/Json API's. De specificaties van deze gegevens liggen vast in de rest van hoofdstuk 2 en hoofdstuk 7. Deze specificaties worden gezamenlijk vastgesteld oor de partijen die het Convenant Samenwerking WOZ-ICT standaarden hebben ondertekend.

Basisregistratie WOZ

De specificatie van de inhoud van de Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (Basisregistratie WOZ) maakt onderdeel uit van dit Informatiemodel WOZ (IMWOZ). In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe deze Basisregistratie WOZ samenhangt met het stelsel van basisregistraties en hoe de inhoud van de Basisregistratie WOZ tot uitdrukking komt in dit IMWOZ.

Plaats van de basisregistratie in het stelsel

De Basisregistratie WOZ is een registratie van alle voor onroerende zaken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarden. De waarden worden vastgesteld voor onroerende zaken, afgebakend volgens de voorschriften gegeven in de Wet WOZ. Om die reden worden deze onroerende zaken meestal aangeduid als "WOZ-objecten". De Basisregistratie WOZ is daarmee tevens een overzichtstabel van alle onroerende zaken waarvan een waarde is vastgesteld.

figuur 1: Plaats Basisregistratie WOZ binnen het stelsel

Het WOZ-object, de onroerende zaak, is zoals artikel 16 van de Wet WOZ aangeeft de grootste eenheid die bij dezelfde "eigenaar" in "eigendom" is, die bij dezelfde gebruiker in gebruik is, die een zelfstandige te gebruiken eenheid vormt en die naar de omstandigheden beoordeeld, één geheel vormt. Het WOZ-object zal daarmee in nagenoeg alle gevallen overeenkomen met hetgeen maatschappelijk wordt gezien als een gebruikseenheid. Het samenstel van een vrijstaande woning met bijbehorende losstaande garage en de bijbehorende tuin, inclusief aangrenzend hobbyweiland is één WOZ-object. Maar ook de bij één organisatie in gebruik zijnde verdieping van een bedrijfsverzamelgebouw is één WOZ-object of een industrieel complex met 40 hectare grond en een havenkade.

De waardevaststelling in het kader van de Wet WOZ betreft een formele waardevaststelling die ook directe rechtsgevolgen heeft voor belanghebbenden. Belanghebbende zijn zowel de eigenaar van de onroerende zaak als de gebruiker van de onroerende zaak. Indien er meer (rechts)personen (een deel van) het eigendom of een beperkt recht op een onroerende zaak hebben of het bezit hebben van een onroerende zaak, wordt één van hen aangewezen als de belanghebbende eigenaar. Dit geldt ook wanneer er meer (rechts)personen de onroerende zaak gebruiken. Dan wordt één van hen aangewezen als gebruiker.

Relatie met Basisregistratie Kadaster

Binnen het stelsel van basisregistraties is voor het vastleggen van de eigenaar van een onroerende zaak de Basisregistratie Kadaster van belang. In die basisregistratie staat voor elke kadastrale onroerende zaak (perceel of kadastraal appartement) vastgelegd welke (rechts)persoon welke zakelijke rechten heeft met betrekking tot een object. Er kan sprake zijn van een groot aantal (rechts)personen, bijvoorbeeld door vererving is een eigendom verdeeld geraakt over meer dan 100 "eigenaren". Er kan sprake zijn van een groot aantal verschillende rechten op één kadastrale onroerende zaak, bijvoorbeeld er is sprake van een bloot eigendom, een erfpachtrecht, een opstalrecht en een erfdienstbaarheid.

In al deze situaties zal de WOZ-beschikking in beginsel ten aanzien van één van deze rechthebbenden worden vastgesteld. Het aanwijzen van één belanghebbende eigenaar op basis van de authentieke gegevens in de basisregistratie Kadaster is een essentieel onderdeel van de WOZ-uitvoering. Omdat op basis van vaste beleidsregels een belanghebbende eigenaar wordt aangewezen die de belasting betaalt, mag verwacht worden dat deze "belanghebbende eigenaar" ook voor andere doeleinden (bijvoorbeeld aanschrijven om bevindingen uit de schouw te rapporteren) als "eerste" rechthebbende aangesproken kan worden. Wie als belanghebbende eigenaar de WOZ-beschikking heeft ontvangen, wordt vastgelegd in de Basisregistratie WOZ. Het is daarbij overigens zelfs mogelijk dat op grond van "bezit" een rechthebbende als belanghebbende eigenaar wordt aangewezen die niet in de Basisregistratie Kadaster is geregistreerd.

Ook kan er in de Basisregistratie Kadaster sprake zijn van kadastrale onroerende zaken (percelen of kadastrale appartementen) die in het maatschappelijk verkeer geen zelfstandige eenheid vormen. Een later aangeschafte strook grond die inmiddels volledig onderdeel uitmaakt van een bouwkavel, blijft een afzonderlijk kadastraal perceel, ook wanneer de woning gebouwd is over de grens tussen deze twee kadastrale percelen.

De relatie met de Basisregistratie Kadaster is daarom niet alleen van belang voor het aanwijzen van de belanghebbende eigenaar. Het is belangrijk dat de onroerende zaak in het kader van de Wet WOZ correct is afgebakend en dat helder is geregistreerd wat wel en wat niet tot de onroerende zaak behoort. Door aan te geven welke kadastrale percelen en/of kadastrale appartementen tot de onroerende zaak behoren (en eventueel voor welk deel) wordt deze objectafbakening helder.

Relatie met Handelsregister en Basisregistratie Personen

Naast het aanwijzen van de "belanghebbende eigenaar" wordt ook een beschikking genomen voor de "belanghebbende gebruiker". Voor deze aanwijzing worden net als bij het aanwijzen van de belanghebbende eigenaar ook gegevens uit andere basisregistraties gebruikt. Echter er bestaat geen basisregistratie die formeel de gebruiker van een verblijfsobject of van een perceel vastlegt. Voor het aanwijzen van de belanghebbende gebruiker worden gegevens benut uit de Basisregistratie Personen (BRP) (bewoners van woningen) en uit het Handelsregister (vestigingen). Op basis van deze gegevens kan lang niet altijd eenduidig een gebruiker worden aangewezen. Een verblijfsobject kan het "woonadres" vormen van een groot aantal personen of het "vestigingsadres" van een groot aantal bedrijven. Aan de andere kant zullen er ook veel verblijfsobjecten zijn waar niemand als bewoner of als vestiging staat ingeschreven. Gemeenten gebruiken dan ook andere niet-authentieke bronnen om de gegevens over gebruiker aan te vullen (bijvoorbeeld gegevens van nutsbedrijven) en verzamelen ook zelf gegevens door bijvoorbeeld gegevens op te vragen bij eigenaar of exploitant.

Een persoon is in de BRP maar op één adres ingeschreven. Dezelfde persoon kan echter de gebruiker zijn van meer WOZ-objecten. Hij gebruikt bijvoorbeeld ook een als zelfstandig object afgebakende garage, heeft een hobbyweiland in de gemeente waarin hij woont en heeft ook nog een vakantiewoning in een andere gemeente. Om dezelfde reden kunnen ook niet-ingezetenen "belanghebbende gebruiker" van een WOZ-object zijn. Veel buitenlanders zijn eigenaar en/of gebruiker van bijvoorbeeld een vakantiewoning in Nederland.

In beginsel wordt voor elke onroerende zaak (WOZ-object) één (rechts-) persoon als belanghebbende eigenaar en één (rechts-) persoon als belanghebbende gebruiker aangewezen. Dit kan één en dezelfde persoon zijn. Het is mogelijk dat ook een "derde" zich bekend maakt als "medebelanghebbende". Wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt ten aanzien van deze medebelang-hebbende ook een WOZ-beschikking genomen en wordt ook de medebelang-hebbende geregistreerd in de Basisregistratie WOZ.

De relatie met het Handelsregister en de BRP is niet alleen van belang voor het aanwijzen van de juiste (rechts)persoon als belanghebbende. Deze relatie is ook de basis voor het gebruik van de juiste naam-, adres- en woonplaatsgegevens bij de aangewezen belanghebbenden (natuurlijke personen en niet-natuurlijke rechtspersonen). In beginsel wordt bij de tenaamstelling van de WOZ-beschikking de naam-, adres- en woonplaatsgegevens identiek gebruikt zoals deze voor de natuurlijke personen staan geregistreerd in de BRP en voor de niet-natuurlijke rechtspersonen in het Handelsregister. Naast het identiek overnemen van de gegevens uit Handelsregister en BRP biedt het IMWOZ de mogelijkheid om aanvullende gegevens op te nemen ten aanzien van de communicatie met belanghebbende. Dit is bijvoorbeeld van belang voor een passende communicatie met "maatschappelijke activiteiten", zoals de eenmanszaak.

Relatie met Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)

Vergelijkbaar met de wijze waarop de relatie tussen het WOZ-object en de kadastrale onroerende zaken wordt vastgelegd, wordt de relatie vastgelegd met de verblijfsobjecten en de panden. Dit betekent dat tot één WOZ-object één of meer (delen van) verblijfsobjecten en één of meer (delen van) panden uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) kunnen behoren. Het vastleggen van de betrokken verblijfsobjecten en panden verheldert ook de afbakening van het WOZ-object.

Tenslotte heeft de onroerende zaak op de WOZ-beschikking ook een voor de belanghebbende begrijpelijke aanduiding. In de meeste gevallen zal dit het adres zijn dat behoort tot het primaire verblijfsobject (of standplaats of ligplaats). Bij onroerende zaken waar geen verblijfsobject (of standplaats of ligplaats) onderdeel van uitmaakt, of waar slechts een gedeelte van een verblijfsobject (of standplaats of ligplaats) onderdeel uitmaakt, zal als aanduiding worden gebruikt een "locatie-adres" dat is afgeleid van een authentiek adres uit de BAG aangevuld met een locatie-aanduiding.

Niet altijd zal een authentiek adres aangevuld met een locatie-aanduiding een voor alle betrokkenen begrijpelijke aanduiding vormen van een WOZ-object. Bijvoorbeeld het energiedistributienetwerk in een gemeente kan niet gekoppeld worden aan één individueel BAG-adres. In die gevallen wordt voor de unieke en begrijpelijke aanduiding van het WOZ-object bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van de locatie-omschrijving in combinatie met een woonplaats of een openbare-ruimtenaam uit de BAG. In incidentele gevallen stelt een gemeente ook een formeel huisnummer vast voor een object dat niet in de BAG is geregistreerd. In die gevallen kan dit huisnummer (adres) ook worden gehanteerd als aanduiding voor een WOZ-object, zonder dat dit adres voorkomt in de BAG.

Wanneer de BAG onderdeel gaat uitmaken van een bredere Samenhangende Objectenregistratie (SOR) dan blijven de geschetste relaties tussen de Basisregistratie WOZ en verblijfsobjecten, panden, nummeraanduidingen etc. onverminderd van belang. We kunnen dan mogelijk ook andere binnen de SOR geregistreerde objecttypen een expliciete relatie krijgen naar de WOZ-objecten.

Beschrijving afbakening van de basisregistratie WOZ

De Basisregistratie WOZ is één van de basisregistraties binnen het stelsel van basisregistraties dat de kern vormt van de gegevenshuishouding van de overheid. Binnen een dergelijke (verplicht te gebruiken) basisregistratie wordt het fundament gelegd voor de eenduidige benoeming van de gebruikte objecten. Het eenduidig benoemen van de te registreren objecten is dan ook een belangrijke functie van een basisregistratie.

Minstens zo belangrijk is de koppeling tussen deze Basisregistratie WOZ en de overige basisregistraties. Het WOZ-object dat centraal staat in de Basisregistratie WOZ kent veel relaties met andere basisregistraties en deze relaties worden ook eenduidig gedefinieerd in het IMWOZ.

Daarnaast wordt in een basisregistratie ook een aantal gegevens vastgelegd, die binnen meerdere processen gebruikt worden en waarvan de enkelvoudige inwinning belangrijke voordelen kan opleveren.

Beschrijving afbakening van de basisregistratie

In de Basisregistratie WOZ zijn drie met "onroerende zaken" (WOZ-objecten) samenhangende entiteiten gespecificeerd. Het zijn deze entiteiten waaraan vervolgens de te registreren gegevens worden "opgehangen". In de Basisregistratie WOZ worden de volgende drie entiteiten onderscheiden:

- WOZ-object (onroerende zaak);

- Belang;

- Waarde.

Deze drie entiteiten tezamen vormen de inhoud van de WOZ-beschikking. In het IMWOZ zijn de entiteiten WOZ-object en Waarde herkenbaar als afzonderlijk objecttype. De entiteit Belang is in de Basisregistratie WOZ gemodelleerd als een relatie-entiteit (relatieklasse) tussen het objecttype WOZ-object en het objecttype Persoon.

Het objecttype WOZ-object geeft de aanduiding, de objectafbakening en de status van de onroerende zaak. Om dit te realiseren is dit objecttype gekoppeld aan de Basisregistratie Kadaster (objecttype Kadastrale onroerende zaak) en de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) (objecttypen Adresseerbaar object en Pand).

De relatieklasse "Belang" legt de relatie met de (rechts)personen ten aanzien van wie de WOZ-beschikking is genomen. Voor de belanghebbende eigenaar is hierbij de relatie met de Basisregistratie Kadaster (zakelijk recht) van belang. Daarnaast is voor zowel de belanghebbende eigenaar als de belanghebbende gebruiker voor natuurlijke personen de relatie met de Basisregistratie Personen (BRP) en voor niet-natuurlijke rechtspersonen de relatie met het Handelsregister (NHR) van belang onder meer gericht op eenduidige naam-, adres en woonplaatsgegevens.

Het objecttype "Waarde" geeft per kalenderjaar (per waardepeildatum) de vastgestelde waarde, inclusief de status van die vastgestelde waarde, waarbij die status mede afhankelijk kan zijn van de diverse WOZ-beschikkingen (voor de afzonderlijke belanghebbenden) waarin de WOZ-waarde is vastgesteld.

De rol van het WOZ-object binnen het stelsel

De Basisregistratie WOZ maakt de voor onroerende zaken vastgestelde waarde beschikbaar voor diverse toepassingen op het terrein van de belastingheffing (het oorspronkelijke doel van de waardebepaling en waardevaststelling) en andere in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken benoemde toepassingen. Daarnaast kan de Basisregistratie WOZ nog een rol binnen het stelsel van basisregistraties vervullen.

In het kader van de Wet WOZ wordt voor elke onroerende zaak een "belanghebbende eigenaar" en een "belanghebbende gebruiker" aangewezen. Deze aanwijzing maakt deel uit van de WOZ-beschikking en tegen deze aanwijzing kan dan ook jaarlijks door de betrokken belanghebbende bezwaar gemaakt worden. Omdat door de objectafbakening nagenoeg elk kadastrale onroerende zaak (kadastraal perceel en kadastraal appartement) is gekoppeld aan een WOZ-object, is ook voor elk kadastrale onroerende zaak een belanghebbende eigenaar en belanghebbende gebruiker af te leiden. Omdat door de objectafbakening ook bekend is tot welk WOZ-object een pand of een verblijfsobject behoort, is ook van deze objecten binnen de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) een belanghebbende eigenaar en een belanghebbende gebruiker af te leiden.

Deze relatie tussen kadastrale onroerende zaken, panden, verblijfsobjecten en WOZ-objecten komt primair tot uitdrukking in de ruimtelijke samenhang. Het betreft alle objecten waarvan de geometrie in de desbetreffende basisregistratie wordt vastgelegd.

Omdat de geometrie in elk van deze basisregistraties wordt afgebeeld op basis van dezelfde referentie, kan de geometrie van twee objecten (bijvoorbeeld kadastraal perceel en WOZ-object of pand en WOZ-object) met elkaar in verband gebracht worden. Zonder dat met administratieve gegevens exact wordt vastgelegd hoe twee objecten zich tot elkaar verhouden, kan toch de samenhang tussen deze objecten worden gezien. Het afleiden van de onderlinge relaties tussen kadastrale percelen, verblijfsobjecten en WOZ-objecten stelt hoge eisen aan de vastlegging van de geometrie in elk van de basisregistraties. Zolang de geometrie in elk van deze basisregistraties nog niet volledig op elkaar is afgestemd, kan ook de administratieve vastlegging in de Basisregistratie WOZ van de relatie tussen WOZ-object en kadastrale onroerende zaken en tussen WOZ-object en verblijfsobjecten en panden, worden gebruikt voor het beoordelen van de onderlinge relaties tussen deze ruimtelijke objecten.

De relaties met andere basisregistraties is geschetst in figuur 1. Binnen de Basisregistratie WOZ worden, zoals blijkt uit deze figuur, dus verwijzingen naar objecten uit andere basisregistraties vastgelegd, Afhankelijk van de gevraagde dienst kunnen ook gegevens uit deze andere basisregistraties worden meegeleverd. Het vastleggen van deze relaties is inherent aan de inhoud van de WOZ-beschikking. Met het teken van de "wereldbol" wordt aangeduid dat deze objecten ook op basis van de geometrie aan elkaar gerelateerd zijn.

Wanneer uit de Basisregistratie WOZ bijvoorbeeld informatie wordt geleverd over de "belanghebbende eigenaar" van een WOZ-object is sprake van:

- gegeven uit de Basisregistratie WOZ: aanwijzing als "belanghebbende eigenaar";

- meegeleverd authentiek gegeven uit Basisregistratie Kadaster: geregistreerde eigenaar of houder van ander zakelijk recht van het betrokken kadastrale perceel;

- meegeleverd authentiek gegeven uit BRP of Handelsregister: naamgegevens en aanduiding woon- of vestigingsadres;

- meegeleverd authentiek gegeven uit BAG: adresgegevens van belanghebbende eigenaar.

De inhoud van de Basisregistratie WOZ

Dit IMWOZ model richt zich op de gehele informatiehuishouding relevant voor de uitvoering van de Wet WOZ. De Basisregistratie WOZ is hierbij slechts een beperkt onderdeel. In de schema's in het volgende hoofdstuk wordt duidelijk welke gegevens daadwerkelijk onderdeel uitmaken van de Basisregistratie WOZ.

De inhoud van de Basisregistratie WOZ kan in hoofdlijnen als volgt worden geschetst:

Objecttype WOZ-object heeft de volgende attributen:

- WOZ-objectnummer

- aanduiding WOZ-object (gegevensgroep met adres plus locatie-omschrijving)

- status WOZ-object

- gebruikscode

- type WOZ-object

- functie WOZ-object

- WOZ-object geometrie

- grondoppervlakte

- ingangsdatum object

- einddatum object

- verantwoordelijke gemeente

- ligt in waterschap

Objecttype WOZ-object heeft de volgende relaties:

- is verbonden met verblijfsobject, ligplaats of standplaats (BAG)

- ontleent aanduiding aan verblijfsobject, ligplaats of standplaats (BAG)

- heeft pand (BAG)

- heeft als aanduiding nummeraanduiding (BAG)

- bevat kadastrale objecten (BRK)

Van deze gerelateerden bevat de Basisregistratie uitsluitend de identificatie en overige gegevens (bijvoorbeeld adres BAG-objecten, kadastrale aanduiding van kadastrale objecten) om de koppeling te kunnen gebruiken. De relatie naar panden wordt in de Basisregistratie WOZ uitsluitend vastgelegd als deze relatie niet volgt uit de relatie die een WOZ-object heeft met een verblijfsobject. Dus het pand waarin een aan het WOZ-object gekoppeld verblijfsobject is gelegen wordt niet zelf ook nog aan het WOZ-object gekoppeld. Deze relatie komt eenduidig voort uit de BAG. Daarom worden de panden die direct aan een WOZ-object zijn gekoppeld veelal aangeduid als "bijgebouwen".

Objecttype WOZ-object legt de belanghebbende vast in de vorm van een relatie (relatieklasse) naar een persoon. Deze relatieklasse naar persoon bevat de volgende attributen om helder te maken welke rol de belanghebbende heeft:

- identificatie persoon door bsn (BRP), rsin (Handelsregister) of anp.identificatie (natuurlijk persoon) of ann.identificatie (niet-natuurlijk persoon)

- tenaamstelling en adres van persoon

- aanduiding eigenaar/gebruiker

- verantwoordelijke gemeente

- datum einde synchronisatie

Objecttype Waarde heeft de volgende attributen:

- Vastgestelde waarde

- Waardepeildatum

- Toestandspeildatum

- Ingangsdatum waarde

Objecttype Waarde heeft de volgende relaties:

- is voor WOZ-object

- is beschikt voor persoon

Objecttype Waarde legt de relatie naar de persoon vast in de vorm van een relatieklasse. Deze relatieklasse naar persoon bevat de volgende attributen om helder te maken wat de status is van de beschikking die deze persoon heeft ontvangen:

- identificatie persoon door bsn (BRP), rsin (Handelsregister) of anp.identificatie (natuurlijk persoon) of ann.identificatie (niet-natuurlijk persoon)

- tenaamstelling en adres van persoon

- status beschikking

- dagtekening brondocument

- identificatie brondocument

Levenscyclus

De twee objecttypen (WOZ-object en Waarde) en de relatieklasse (Belang) binnen de Basisregistratie WOZ kennen elk een eigen levenscyclus.

Het WOZ-object ontstaat op enig moment door splitsing van een ander WOZ-object, door samenvoeging van een WOZ-object of door het feit dat een eigendom dat eerder was "uitgezonderd" nu wel gewaardeerd moet worden. Een WOZ-object wordt beëindigd, wanneer deze wordt gesplitst in meerdere WOZ-objecten of wordt samengevoegd met andere WOZ-objecten.

Bij het opvoeren van een WOZ-object zal ook direct onder belang worden aangewezen welke zakelijke gerechtigde (afgeleid uit het Kadaster) aangemerkt wordt als "belanghebbende eigenaar" en wie wordt aangemerkt als "belanghebbende gebruiker" (met verwijzing naar BRP of Handelsregister). Op een willekeurig moment kan er sprake zijn van een beëindiging van een belang en het starten van een nieuw belang. Wat betreft de "belanghebbende eigenaar" zal dit nieuwe belang direct aansluiten op de beëindiging van het voorgaande belang (er is altijd een "belanghebbende eigenaar" aan te wijzen). Bij de aanwijzing van de belanghebbende gebruiker kan er sprake zijn van een bepaalde periode tussen beëindiging van het ene belang en het aanvangen van het belang van de nieuwe gebruiker (periode van "leegstand").

De voor het WOZ-object vastgestelde waarde kent altijd een levensduur van één jaar. Deze waarde betreft het authentieke gegeven in de Basisregistratie WOZ. De levensduur van één jaar is dan ook direct gekoppeld aan het kalenderjaar waarvoor de WOZ-beschikking (het brondocument) geldig is. Op grond van artikel 26 van de Wet WOZ is het mogelijk dat later in het jaar voor het resterende deel van het jaar een andere waarde geldt. Om die reden heeft de waarde ook een ingangsdatumWaarde die uitsluitend in de in artikel 26 genoemde gevallen kan afwijken van 1 januari van het betreffende jaar.

Gezien de verschillende levenscycli is het van belang een beeld te geven van de verschillende gebeurtenissen die aanleiding geven voor mutaties in de registratie. Daarbij is het tevens van belang aan te geven op welk moment in de levenscyclus van een object een dergelijke gebeurtenis invloed heeft op in de registratie opgenomen gegevens. Een gebeurtenis wordt daarbij opgevat als een aantoonbaar feit dat op enig moment in de werkelijkheid aanleiding geeft tot het op gestandaardiseerde wijze opnemen of wijzigen van gegevens in de registratie. Een gebeurtenis kan daarbij ook een mutatie (gebeurtenis) in één van de andere basisregistraties zijn die invloed heeft op gegevens die in de Basisregistratie WOZ worden vastgelegd. De gebeurtenissen zijn beschreven in hoofdstuk 3 van dit informatiemodel.

De rol van brondocumenten

Binnen de basisregistraties en dus ook binnen de Basisregistratie WOZ wordt onderscheid gemaakt tussen authentieke gegevens, authentieke gegevens uit andere bron en niet-authentieke gegevens. Gezien de betekenis en het gebruik van de authentieke gegevens is van belang dat de herkomst van deze gegevens vastligt in een brondocument.

Het authentieke gegeven in de Basisregistratie WOZ is de vastgestelde waarde of WOZ-waarde. Het primaire brondocument voor deze waarde is de WOZ-beschikking (of juister het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen waarop deze beschikking bekend wordt gemaakt). Omdat de status en de hoogte van de waarde eventueel kan wijzigen door bezwaar- of beroepschriften en door uitspraken van de gemeente in het kader van bezwaar of van de rechter in het kader van (hoger) beroep, zijn ook deze bezwaar- en beroepschriften en deze uitspraken brondocumenten voor de WOZ-waarde.

Eén van de uitgangspunten van het stelsel van basisregistraties is dat deze brondocumenten bewaard worden door de bronhouder. De brondocumenten zijn dus niet via een basisregistratie zelf (of via een landelijke voorziening) te raadplegen, maar kunnen bij de bronhouder worden geraadpleegd.

Algemeen geldt binnen het stelsel van basisregistraties dat alle gegevens bewaard blijven en dus ook de brondocumenten. Als uitzondering op dit algemene uitgangspunt voor het stelsel van basisregistraties is er voor de Basisregistratie WOZ voor gekozen om de bewaarplicht voor de brondocumenten te beperken tot twaalf jaar. De gegevens in de Basisregistratie WOZ zelf (en de Landelijke Voorziening WOZ) blijven wel langer (permanent) bewaard.

De Landelijke Voorziening WOZ

Om de informatie uit de Basisregistratie WOZ toegankelijk te maken voor de afnemers is er een Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) ingericht. Geautoriseerde afnemers van de basisregistratie kunnen daar hun informatie op één centraal punt verkrijgen.

Belastingdienst en waterschappen gebruiken de gegevens voor belastingheffing. Het CBS gebruikt de gegevens onder meer voor het vaststellen van de belastingcapaciteit per gemeente. Voor deze toepassingen zijn er voor elke van deze partijen afzonderlijk gegevens nodig over de vastgestelde WOZ-waarde die geen onderdeel uit maken van de Basisregistratie WOZ.

Daarom is besloten om in de LV WOZ enkele aanvullende gegevens op te nemen. De overige geautoriseerde afnemers van de LV WOZ krijgen uitsluiten gegevens die behoren tot de Basisregistratie WOZ.

Deze aanvullende gegevens in de LV WOZ voor gemeenten, waterschappen, Belastingdienst en CBS zijn:

Apart objecttype Sluimerend WOZ-object met de volgende attributen:

- WOZ-objectnummer

- status WOZ-object

- code gebouw/ongebouwd

- WOZ-object geometrie

- grondoppervlakte

- meegetaxeerde oppervlakte gebouwd

- verantwoordelijke gemeente

- ligt in waterschap

Objecttype Sluimerend WOZ-object heeft de volgende relatie:

- bevat kadastrale objecten (BRK)

Het Sluimerend WOZ-object is in de LV WOZ opgenomen in verband met het belang van de waterschappen.

De attributen van het WOZ-object zijn in de LV WOZ uitgebreid met:

- meegetaxeerde oppervlakte gebouwd (van belang voor waterschappen)

- code gebouwd ongebouwd (van belang voor waterschappen)

- OZB vrijstelling (van belang voor gemeenten en het CBS)

Daarnaast heeft het WOZ-object een extra (mogelijke) relatie naar het sluimerende WOZ-object (van belang voor waterschappen)

Verder wordt op de relatie tussen WOZ-object en kadastraal object de volgende attributen geregistreerd:

- toegekende oppervlakte (van belang voor waterschappen)

- meegetaxeerde oppervlakte gebouwd per kadastraal perceel (van belang voor waterschappen)

En worden op de relatie tussen WOZ-object en persoon (belanghebbende) de volgende attributen geregistreerd:

- zakelijk recht eigenaar

en in bijzonder gevallen waar dit voor het direct aanschrijven van de belanghebbende die de WOZ-beschikking/belastingaanslagen moet ontvangen, wenselijk is"

- ter attente van;

- aanduiding afdeling of complex

- correspondentieadres WOZ

- en mogelijk een communiceert via relatie naar een in het Handelregister geregistreerde vestiging.

De attributen van de Waarde zijn in de LV WOZ uitgebreid met

- heffingsmaatstaf OZB (van belang voor CBS)

- heffingsmaatstaf OZB gebruiker (van belang voor CBS)

Verder heeft het objecttype Waarde in de LV WOZ een extra relatie met het waterschap met daarop het volgende attribuut:

- aandeel WOZ-waarde per waterschap (van belang voor het waterschap)

Tenslotte kent ook de relatie tussen Waarde en persoon (is beschikt voor) de aanvullende attributen voor een direct aanschrijving van de desbetreffende belanghebbende, zoals deze ook worden geregistreerd op de WOZ-object naar persoon relatie (belanghebbende).

De catalogus

Gebeurtenissen

Alle informatie wordt aan de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) geleverd in de vorm van gebeurtenissen. Dit is uitsluitend anders, wanneer gebleken is dat er een discrepantie is ontstaan tussen de Basisregistratie WOZ bij de gemeente (bronhouder) en de LV WOZ. In die gevallen kan door een correctie of een synchronisatie de conformiteit tussen de Basisregistratie WOZ en de LV WOZ worden hersteld.

De gebeurtenissen zijn niet alleen van belang voor het aanleveren van gebeurtenissen aan de LV WOZ door bronhouders, maar zijn juist van belang voor de afnemers die via deze gebeurtenissen de gegevens uit de LV WOZ ontvangen. Door de afnemers gerichte definitie van de gebeurtenissen, kan de afnemer aan de hand van het type gebeurtenis beoordelen welke processtappen men moet zetten naar aanleiding van de aangeleverde gebeurtenis.

Gebeurtenissen gericht op WOZ-object

Binnen de levenscyclus van een WOZ-object worden drie gebeurtenissen onderscheiden. Het zijn deze gebeurtenissen die aanleiding geven tot het opnemen en muteren van gegevens over deze WOZ-objecten in de Basisregistratie WOZ:

- Het ontstaan van een WOZ-object door een verandering van "eigendom" van een deel van een bestaand WOZ-object, door verandering van gebruik van een zelfstandig deel van een WOZ-object, door het samenvoegen van WOZ-objecten, omdat "eigendom" en/of gebruik in één hand zijn gekomen of door het niet langer van toepassing zijn van een "uitzondering";*

- Het beëindigen van een WOZ-object in verband met splitsing in meerdere WOZ-objecten of samenvoegen met andere WOZ-objecten als gevolg van een verandering in "eigendom" of gebruik;

- Het wijzigen van de afbakening van een WOZ-object.

WOZ-objecten waarvoor op grond van artikel 18, vierde lid, van de Wet WOZ geen WOZ-beschikking genomen behoeft te worden en die geen gebouwde onroerende zaak vormen, hoeven niet in de Basisregistratie WOZ-opgenomen te worden en worden niet geleverd aan de LV WOZ.

Gebeurtenissen gericht op Sluimerend WOZ-object

Ook binnen de levenscyclus van een sluimerend WOZ-object worden drie gebeurtenissen onderscheiden. Deze sluimerende WOZ-objecten maken geen onderdeel uit van de Basisregistratie WOZ. Deze gebeurtenissen omtrent sluimerende WOZ-objecten leiden dan ook niet tot mutaties in de Basisregistratie WOZ. Deze gebeurtenissen omtrent sluimerende WOZ-objecten zijn wel aanleiding tot het opnemen en muteren van gegevens over de sluimerende WOZ-objecten in de Landelijke Voorziening WOZ:

- Het ontstaan van een sluimerend WOZ-object;

- Het beëindigen van een sluimerend WOZ-object;

- Het wijzigen van de afbakening van een sluimerend WOZ-object.

Gebeurtenissen gericht op sluimerende WOZ-objecten worden alleen geleverd aan afnemers die geautoriseerd zijn voor de sluimerende WOZ-objecten (waterschappen).

Gebeurtenissen gericht op Belang

Binnen de levenscyclus van de relatieklasse "heeft belanghebbende"(belang) worden de volgende vijf gebeurtenissen onderscheiden:

- Het ontstaan van een belang door het ontstaan van een WOZ-object. Deze gebeurtenis is onderdeel van de gebeurtenis "ontstaan van WOZ-object";

- Het beëindigen van een belang door beëindiging van een WOZ-object. Deze gebeurtenis vloeit automatisch voort uit de gebeurtenis "beëindigen van WOZ-object";

- Het beëindigen van een "belanghebbende eigenaar" en/of het (al dan niet op hetzelfde moment) ontstaan van een nieuwe "belanghebbende eigenaar" (meestal als gevolg van een mutatie in de Basisregistratie Kadaster);

- Het beëindigen van een "belanghebbende gebruiker" en/of het (al dan niet op hetzelfde moment) ontstaan van een nieuwe "belanghebbende gebruiker" (meestal als gevolg van een mutatie in BRP of Handelsregister);

- Het nemen van een beschikking voor een medebelanghebbende die daarom heeft verzocht. Deze gebeurtenis vloeit automatisch voort uit de gebeurtenis "nemen van WOZ-beschikking voor medebelanghebbende".

Gebeurtenissen gericht op Waarde

Binnen de levenscyclus van het objecttype "waarde" worden de volgende vijf gebeurtenissen onderscheiden:

- Nemen van een WOZ-beschikking (brondocument: WOZ-beschikking, hetgeen betekent het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen waarop de WOZ-beschikking wordt bekend gemaakt);

- Nemen van een WOZ-beschikking voor een medebelanghebbende (brondocument: WOZ-beschikking);

- Vernietigen WOZ-beschikking (brondocument uitspraak in bezwaar of beroep of ambtshalve beschikking);

- Indienen van bezwaar of beroep (of hoger beroep of beroep in cassatie) (brondocument: bezwaar- of beroepschrift);

- Doen van uitspraak in bezwaar of beroep (of hoger beroep of beroep in cassatie, inclusief ambtshalve vermindering) waarbij de waarde wordt verminderd (brondocument: uitspraak).

Overige gebeurtenissen

Daarnaast worden nog gebeurtenissen onderscheiden, waarbij de vastgelegde gegevens of vast te leggen gegevens van andere objecten binnen het stelsel van basisregistraties worden gewijzigd, die in verband met het uitgangspunt van "meeleveren" van belang zijn. Het gaat om:

- Opvoeren, beëindigen kadastrale onroerende zaak (perceel of kadastraal appartement) of andere mutatie in de kadastrale indeling of kadastrale gegevens;

- Opvoeren, beëindigen adresseerbaar object (verblijfsobject, standplaats, ligplaats) of pand of wijziging van adres van een adresseerbaar object;

- Opvoeren, beëindigen persoon (natuurlijk of niet-natuurlijke persoon) of andere mutatie in de gegevens van een persoon (bijvoorbeeld verhuizing).

Omdat aan de afnemers aanvullende gegevens (kenmerken) worden geleverd met betrekking tot het WOZ-object en met betrekking tot de vastgestelde waarden, kunnen zich ook gebeurtenissen voordoen die leiden tot wijziging van deze gegevens. Het gaat om:

- Muteren kenmerken zoals gebruikscode, type WOZ-object, functie WOZ-object, code gebouwd/ongebouwd, oppervlakten, geometrie etc. (bijvoorbeeld het blijkt dat een WOZ-object ten onrechte de gebruikscode "30" voor niet-woning heeft gekregen, terwijl sprake is van een code "11" woning met praktijkruimte);

- Muteren belastingplicht en heffingsmaatstaf OZB, wanneer bijvoorbeeld blijkt dat een WOZ-object (niet-woning) gedeeltelijk wordt gebruikt als woning en daarom een deel van de WOZ-waarde bij de heffingsmaatstaf OZB gebruikers buiten aanmerking moet blijven.

- Muteren van de gegevens die gebruikt worden om voor een bepaald WOZ-object of over een bepaalde waarde te communiceren met de aangewezen belanghebbende eigenaar of belanghebbende gebruiker.

Wanneer sprake is van een gemeentelijke herindeling of van een grenscorrectie, wordt een andere (nieuwe) gemeente verantwoordelijk voor de bijhouding van de gegevens over een WOZ-object. Op vergelijkbare wijze kan een ander waterschap betrokken raken door herindeling of grenscorrectie bij waterschappen:

- Wijziging verantwoordelijke gemeente (deze gebeurtenis is gesplitst in vier delen gericht op het wijzigingen van de verantwoordelijke gemeente bij WOZ-objecten respectievelijk belanghebbenden en de stappen die gezet worden door de "oude gemeente", respectievelijk de "nieuwe gemeente");

- Wijziging betrokken waterschap.

Tenslotte is er nog de bijzondere gebeurtenis samenhangend met het systeem van basisregistraties:

- Terugmelding (in onderzoek plaatsen of indicatie "in onderzoek" verwijderen).

Overzicht gebeurtenissen

Het voorgaande leidt tot het onderscheiden van de volgende gebeurtenissen:

Gebeurtenis Globale betekenis voor de levering van WOZ-gegevens aan afnemers

Ontstaan WOZ-object

WOZ-OWOZ

Moment van opname van WOZ-object

(opvoeren objectgegevens WOZ-object)

Moment van opname belang

(opvoeren objectgegevens belang)

Berichten: OWOZ_Di01

Beëindigen WOZ-object

WOZ-BWOZ

In historie plaatsen WOZ-object

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

In historie plaatsen belang

(aanvullen objectgegevens belang)

In historie plaatsen waarde

(aanvullen objectgegevens waarde)

Berichten: BWOZ_Di01

Wijzigen afbakening WOZ-object

WOZ-WAWOZ

Wijzigen gegevens WOZ-object

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: WAWOZ_Di01

Ontstaan sluimerend WOZ-object

WOZ-OSWO

Moment van opname van sluimerend WOZ-object

(opvoeren objectgegevens sluimerend WOZ-object)

Berichten: OSWO_Di01

Beëindigen sluimerend WOZ-object

WOZ-BSWO

In historie plaatsen sluimerend WOZ-object

(aanvullen objectgegevens sluimerend WOZ-object)

Berichten: BSWO_Di01

Wijzigen afbakening sluimerend WOZ-object

WOZ-WASWO

Wijzigen gegevens sluimerend WOZ-object

(aanvullen objectgegevens sluimerend WOZ-object)

Berichten: WASWO_Di01

Muteren "belanghebbende eigenaar"

WOZ-MBE

In historie plaatsen belang

(aanvullen objectgegevens belang)

en/of

Moment van opname belang

(opvoeren objectgegevens belang)

Berichten: MBE_Di01

Muteren "belanghebbende gebruiker"

WOZ-MBG

In historie plaatsen belang

(aanvullen objectgegevens belang)

en/of

Moment van opname belang

(opvoeren objectgegevens belang)

Berichten: MBG_Di01

Nemen van een WOZ-beschikking

WOZ-NBSK

Moment van opname waarde

(opvoeren objectgegevens waarde)

Berichten: NBSK_Di01

Beschikking medebelanghebbende

WOZ-BSKMB

Moment van opname belang

(opvoeren objectgegevens belang)

Berichten: BSKMB_Di01

Vernietigen beschikking

WOZ-VBSK

In historie plaatsen waarde

(aanvullen objectgegevens waarde)

Berichten: VBSK_Di01

Indienen bezwaar en beroep

WOZ-IBB

Wijzigen gegevens waarde

(aanvullen objectgegevens waarde)

Berichten: IBB_Di01

Doen van uitspraak bezwaar en beroep (ook ambtshalve verminde­ring en herzieningsbeschikking)

WOZ-UBB

Wijzigen gegevens waarde

(aanvullen objectgegevens waarde)

Berichten: UBB_Di01

Opvoeren, beëindigen of muteren kadastrale onroerende zaak

WOZ-MKOZ

Wijzigen gegevens WOZ-object

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: MKOZ_Di01

Opvoeren of beëindigen adresseer­baar object of pand

WOZ-MBAG

Wijzigen gegevens WOZ-object

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: MBAG_Di01

Opvoeren, beëindigen of muteren persoon

WOZ-MSUB

Wijzigen gegevens belang

(aanvullen objectgegevens belang)

Berichten: MSUB_Di01

Muteren communicatiegegevens voor belanghebbende

WOZ-MCOM

Wijzigen gegevens belang

(aanvullen objectgegevens belang)

Berichten: MCOM_Di01

Muteren kenmerken zoals gebruiks­code, code gebouwd/ongebouwd, oppervlakten etc.

WOZ-MKEN

Wijzigen gegevens WOZ-object

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: MKEN_Di01

Muteren heffingsplicht en heffings­maatstaf OZB

WOZ-MHEF

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens WOZ-object, waarde)

Berichten: MHEF_Di01

Wijzigen verantwoordelijke gemeente 1

WOZ-WGEM_hangObjectOm

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: WGEM_hangObjectOm_Di01

Wijzigen verantwoordelijke gemeente 2

WOZ-WGEM_voegSubjectToe

Wijzigen gegevens

(opvoeren objectgegevens belang)

Berichten: WGEM_voegSubjectToe_Di01

Wijzigen verantwoordelijke gemeente 3

WOZ-WGEM_hangSubjectOm

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens belang)

Berichten: WGEM_hangSubjectOm_Di01

Wijzigen verantwoordelijke gemeente 4

WOZ-WGEM_meldSubjectAf

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens belang)

Berichten: WGEM_meldSubjectAf_Di01

Wijzigen betrokken waterschap

WOZ-WWSP

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens WOZ-object)

Berichten: WWSP_Di01

Ontvangst terugmelding/ indicatie "in onderzoek" verwijderen

WOZ-MEL

Wijzigen gegevens

(aanvullen objectgegevens WOZ-object, belang, waarde)

Berichten: MEL_Di01

WOZ-objecten en belang en alle relevante wijzigingen van deze WOZ-objecten en belanghebbenden worden in de registratie opgenomen direct na het bekend worden van de mutatie in "eigendom" of "gebruik" waaruit de wijziging van de objectafbakening of de wijziging van het belang voorkomt. De waarde wordt in de registratie opgenomen direct na het nemen van de WOZ-beschikking. WOZ-objecten, belang en waarde blijven ook na beëindigen van het WOZ-object en beëindigen van het belang van een rechtspersoon bij een WOZ-object in de historie van de registratie aanwezig (geldig voor beëindigingen die hebben plaatsgevonden na het moment van invoering van de Basisregistratie WOZ).

Meer soorten berichten dan gebeurtenissen

De aanlevering van gegevens aan de LV WOZ door bronhouders en de levering van gegevens vanuit de LV WOZ via abonnementen (Digilevering) gebeurt primair door gebeurtenis gebaseerde berichten. Iedere hiervoor genoemde gebeurtenis is dan ook in de specificaties vertaald in een specifiek bericht, waarmee exact de beschreven gebeurtenis gecommuniceerd kan worden.

Toch zijn er op het koppelvlak met de LV WOZ meer typen berichten gedefinieerd. Dit betreft correctieberichten en synchronisatieberichten.

Correctieberichten

Er zijn drie correctieberichten gedefinieerd, namelijk CSWO, CWOZ en CWRD voor het corrigeren van respectievelijk attributen en relaties van het sluimerend WOZ-object, het WOZ-object en de geregistreerde waarde. Voor de vastlegging van gegevens van personen (naam-, adres- en woonplaatsgegevens etc.) zijn geen correctieberichten gedefinieerd. Voor deze gegevens over personen wordt in de LV WOZ immers geen historie bijgehouden en voor het correct houden van de gegevens over personen volstaat daarmee het MSUB bericht.

Correctieberichten worden gebruikt wanneer één of meer van de actuele attributen en/of één of meer van de actuele relaties ten onrechte zijn geregistreerd en dus onjuist zijn. Bijvoorbeeld een WOZ-object heeft met beginGeldigheid 1 januari 2010 een grondoppervlakte van 150 m2. Gebleken is dat dit kenmerk vanaf het begin onjuist is en dat sprake is van een grondoppervlakte van 250 m2. Met een CWOZ bericht kan de 150 worden vervangen door 250 en daarmee heeft de WOZ-object (in de tijdlijn geldigheid/materiële historie) vanaf 1 januari 2010 de grondoppervlakte 250 m2 en in de tijdlijn Geldigheid komt de 150 m2 niet meer voor (wel in de tijdlijn registratie/formele historie).

Op overeenkomstige wijze kan bijvoorbeeld ook een ten onrechte gelegde koppeling naar een kadastraal perceel, naar een BAG-object of naar een belanghebbende vervangen worden door de juiste koppeling met ingang van de oorspronkelijk beginRelatie.

CSWO, CWOZ en CWRD berichten worden alleen gebruikt als de correctie teruggaat tot het moment van de beginGeldigheid (beginRelatie) van het nu geregistreerde actuele gegeven (attribuut of relatie). Wanneer er sprake is van een "correctie" die minder ver teruggaat, dan is geen sprake van een correctie zoals bedoelt voor deze correctieberichten, maar is sprake van een mutatie "met terugwerkende kracht". Ook deze mutaties met terugwerkende kracht kunnen gewoon worden geleverd met de hiervoor genoemde gebeurtenis gebaseerde berichten.

Bijvoorbeeld een persoon staat met beginRelatie 1 januari 2021 geregistreerd als belanghebbende eigenaar. In 2022 blijkt dat dit onjuist is en dat dit met beginRelatie 1 januari 2021 een ander persoon had moeten zijn. Deze correctie wordt aangeleverd met een CWOZ bericht.

Wanneer echter in 2022 blijkt dat deze belanghebbende onjuist is en voor de afgelopen maanden "gecorrigeerd" moet worden, omdat al vanaf 1 juli 2021 sprake is van een andere eigenaar, dan wordt deze correctie/mutatie aangeleverd met een MBE bericht. Immers in dit geval blijft in de tijdlijn Geldigheid de eerste belanghebbende gewoon relevant voor de periode 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

Synchronisatieberichten

Er zijn synchronisatieberichten gedefinieerd, (inclusief de opbouw van historie) voor het synchroniseren van de gegevens (attributen en relaties) voor respectievelijk het sluimerend WOZ-object, het WOZ-object en de geregistreerde waarde (swoSh01, wozSh01 en wrdSh01). Daarnaast zijn er synchronisatieberichten zonder historie gedefinieerd voor natuurlijke personen, niet-natuurlijke personen en vestigingen (npsSa01, nnpSa01 en vesSa01), omdat voor personen in de LV WOZ geen historie wordt bijgehouden.

Synchronisatieberichten hebben voor de levering van gegevens aan de LV WOZ en voor de levering van gegevens vanuit de LV WOZ aan de afnemers via een abonnement (Digilevering) een tweetal toepassingen:

- het aanleveren van een correctie op een niet actueel gegeven;

- het synchroniseren van alle gegevens, wanneer blijkt dat de gegevens in de LV WOZ niet meer overeenkomen met de gegevens bij de bronhouder zelf.

Bijvoorbeeld in de LV WOZ is geregistreerd dat de grondoppervlakte van een WOZ-object tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2021 gelijk was aan 150 m2. Vanaf 1 januari 2021 is deze grondoppervlakte 250 m2. Maar in de loop van 2021 wordt geconstateerd dat deze 150 m2 niet correct is en dit had 130 m2 moeten zijn. Een dergelijke correctie op een historisch gegeven is volgens de standaard niet toegestaan met een correctiebericht (CWOZ) en moet gedaan worden met een volledige hersynchronisatie van de gegevens van het WOZ-object. Dat geldt bijvoorbeeld ook als de ingangsdatum van de grondoppervlakte van 150 m2 verschoven moet worden naar 1 januari 2017 (met gelijktijdige verschuiving van de eindGeldigheid van de voorliggende geregistreerde grondoppervlakte) of bij het registreren dat alleen in de periode 1 januari 2017 tot 1 januari 2021 de grondoppervlakte 130 m2 moet zijn.

Bij alle correcties of mutaties die betrekking hebben op een attribuut waarvoor al een eindGeldigheid is geregistreerd of op een relatie waarvoor al een eindRelatie is geregistreerd moet gebruik gemaakt worden van een swoSh01, wozSh01, respectievelijk een wrdSh01 bericht.

Synchronisatieberichten zijn ook van belang, wanneer een bronhouder constateert dat de gegevens in de LV WOZ niet overeenkomen met de gegevens in de eigen administratie. De meest expliciete vorm van niet overeenkomen betreft de situatie dat een (sluimerend) WOZ-object of een waarde geheel ontbreekt in de LV WOZ. Maar ook wanneer blijkt dat de geregistreerde kenmerken of relaties bij een (sluimerend) WOZ-object of een waarde niet overeenkomen met de gegevens bij de bronhouder zelf (bijvoorbeeld in de LV WOZ heeft een bezwaar nog de status "ingediend", terwijl dit bezwaar in de administratie van de bronhouder al wel is afgehandeld) dan is hersynchronisatie de manier om dit op te lossen.

Wanneer gegevens in de LV WOZ worden toegevoegd of gewijzigd door een swoSh01, wozSh01 of wrdSh01 bericht, kan het voorkomen dat er een relatie wordt geregistreerd naar een persoon die nog niet in de LV WOZ bekend is voor deze gemeente. Deze persoon moet dan eerst worden opgevoerd. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de synchronisatieberichten voor personen. Omdat voor deze kenmerken van een persoon in de LV WOZ geen historie wordt bijgehouden zijn dit npsSa01, nnpSa01, respectievelijk vesSa01 berichten.

Deze laatste berichten kunnen ook gebruikt worden wanneer van een persoon in de LV WOZ andere gegevens staan over de tenaamstelling voor deze persoon of adres voor deze persoon. De synchronisatieberichten voor personen kunnen echter nooit gebruikt worden voor het doorvoeren van een sleutelwijziging. Van een sleutelwijziging kan sprake zijn, wanneer een natuurlijk persoon in eerste instantie is opgevoerd met een anp.identificatie als sleutel, omdat geen bsn bekend was. Als later alsnog de bsn bekend is geworden kan voor deze persoon in het vervolg de bsn als sleutel gebruikt worden. Een dergelijke sleutelwijziging moet altijd met een MSUB bericht worden aangeleverd, ook in de situatie dat later wordt geconstateerd dat er sprake is van een verschil op dit vlak tussen de bronhouder en de LV WOZ (in de LV WOZ staat nog de anp.identificatie en bij de bronhouder de bsn).

In de LV WOZ wordt van de gegevens (met uitzondering van de naam-, adres- en woonplaatsgegevens en overige gegevens van (rechts)personen ook historie bijgehouden. Dit betreft zowel de tijdlijn geldigheid (materiële historie), als de tijdlijn registratie (formele historie). In hoofdstuk 5 wordt beschreven hoe met deze formele historie wordt omgegaan in de LV WOZ. Met ingang van StUF woz 03.20 wordt de formele historie niet meer gesynchroniseerd tussen de registratie van de bronhouder en de LV WOZ. De LV WOZ bouwt daarom zelf formele historie op en deze door de LV WOZ opgebouwde formele historie is op te vragen door bronhouders en afnemers. Er wordt daarom geen formele historie aangeleverd door bronhouders en de LV WOZ levert ook geen formele historie in synchronisatieberichten aan de afnemers Wanneer in het koppelvlak met de LV WOZ gesproken wordt over synchronisatieberichten met historie, dan betreft dit uitsluitend de materiële historie. De in de LV WOZ opgebouwde formele historie is voor zowel bronhouders als afnemers alleen beschikbaar via bevraging.

Diensten LV WOZ voor afnemers

De gegevens in de LV WOZ zijn beschikbaar voor geautoriseerde afnemers. Welke partijen geautoriseerd zijn om gegevens te gebruiken uit de LV WOZ en voor welk doel staat in de Wet WOZ, respectievelijk wordt vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken. De afnemers die de WOZ-waarden gebruiken voor belastingheffing (gemeenten, waterschappen en Belastingdienst) staan met deze doelbinding in de Wet WOZ zelf. De overige geautoriseerde partijen met hun doelbinding staan in het Uitvoeringsbesluit. Deze formele vastlegging van de autorisatie wordt in de LV WOZ vertaald in een autorisatiematrix. In deze matrix ligt voor iedere partij vast over welke WOZ-objecten deze partij gegevens mag ontvangen en welke gegevens (attributen en/of relaties). Deze autorisatiematrix wordt toegepast bij alle soorten diensten die geleverd worden aan de afnemers.

Bij de verschillende bevragingsservices kan de afnemer zelf aangeven welke attributen dan wel relaties men wil ontvangen. Men ontvangt in ieder geval uitsluitend de gegevens waarvoor men ook daadwerkelijk geautoriseerd is. De indicatie of een bepaald gegeven "in onderzoek" is wordt in ieder geval altijd geleverd in de antwoorden.

Webservice massale bevraging

De webservice massale bevraging maakt het voor afnemers mogelijk om “grote” hoeveelheden gegevens van de Landelijke Voorziening WOZ af te nemen. Een afnemer kan de selectie van WOZ-objecten en de gewenste attributen definiëren in de vorm van een StUF woz 03.20 vraagbericht. Dit bericht moet worden aangeboden via Digikoppeling. De Landelijke Voorziening WOZ verwerkt dit vraagbericht en levert de gevraagde objecten als (StUF woz 03.20) antwoord-berichten in een bestand (berichtenset). De Landelijke Voorziening WOZ ondersteunt uitsluitend selecties op basis van ligging (gemeente, waterschap, postcodegebieden) voor WOZ-objecten of op basis van belanghebbende en aanvullend op waardepeildatum voor waarden.

Abonnementservice, Digilevering

De abonnementservice Digilevering zorgt er voor dat afnemers automatisch bericht krijgen, wanneer er iets verandert in de registratie van voor hen van belang zijnde WOZ-objecten. Een afnemer kan zich abonneren op alle WOZ-objecten (van belang voor Belastingdienst) of op de gegevens van één of meer waterschappen (van belang voor waterschappen).

Wanneer men een abonnement heeft afgesloten voor een bepaald gebied of voor het gehele bestand, dan ontvangt men automatisch StUF woz 03.20 berichten van alle gebeurtenissen (ook opvoeren nieuwe WOZ-objecten en beëindigingen) in de Landelijke Voorziening WOZ. De gebeurtenissen zijn conform de gebeurtenissen beschreven in het voorgaande hoofdstuk.

Op basis van het Digileveringsabonnement ontvangt men ook correctieberichten en synchronisatieberichten die door de bronhouders zijn aangeleverd en verwerkt door de LV WOZ

Deze abonnementservice via Digilevering is uitsluitend beschikbaar voor waterschappen en de Belastingdienst.

Generieke webservices individuele bevraging

De webservice individuele synchrone bevraging maakt het voor afnemers mogelijk om gegevens met betrekking tot een beperkt aantal WOZ-objecten van de Landelijke Voorziening WOZ af te nemen en geautomatiseerd in de eigen applicatie te verwerken. Een afnemer kan het gewenste object en de gewenste attributen (inclusief belang en waarde) definiëren in de vorm van een StUF woz 03.20 vraagbericht. De Landelijke Voorziening WOZ verwerkt dit vraagbericht en levert de gewenste gegevens direct terug in de vorm van een StUF woz 03.20 antwoordbericht.

Voor de specificatie van de gewenste WOZ-objecten kan de afnemer gebruik maken van:

- WOZ-objectnummer;

- identificatie verblijfsobject, standplaats, ligplaats;

- postcode, huisnummer etc.;

- kadastrale identificatie en/of kadastrale aanduiding;

- identificatie of naam-, adres- en woonplaatsgegevens belanghebbende.

Aanvullend kan de afnemer specificeren voor welke waardepeildatum men de waarde wil opvragen.

De vrager krijgt in het antwoord maximaal 25 WOZ-objecten. Wanneer er meer WOZ-objecten zijn die aan de gespecificeerde vraag voldoen kan de afnemer omschakelen naar de webservice massale bevraging en alle antwoorden in één bestand ontvangen. De generieke synchrone bevraging verloopt via Digikoppeling.

Webapplicatie voor bevragen via MijnKadaster

De webapplicatie individuele bevraging maakt het voor afnemers mogelijk om gegevens van WOZ-objecten in de Landelijke Voorziening WOZ in te zien. Een afnemer kan binnen de webapplicatie het te raadplegen WOZ-object selecteren op basis van diverse zoekingangen en krijgt het resultaat op het scherm gepresenteerd.

Deze webapplicatie is beschikbaar binnen de MijnKadaster omgeving.

In beginsel zijn dezelfde soort bevragingen mogelijk als bij de generieke webservices individuele bevraging.

Specifieke bevragingsservices, API's

Voor specifieke standaardbevragingen door specifieke afnemers worden API's beschikbaar gesteld, zodat deze bevragingen qua functionaliteit en performance maximaal afgestemd kunnen worden op de behoefte van deze afnemer.

Op dit moment biedt de LV WOZ API's voor:

- ontsluiten van gegevens in de LV WOZ aan (mede-)belanghebbenden bij het betreffende WOZ-object via MijnOverheid;

- ontsluiten van de openbare WOZ-waarden van woningen via het WOZ-waardeloket.

De API's die de LV WOZ biedt, worden ontwikkeld op basis van de Nederlandse API strategie.

Verzoek aan bronhouder tot hersynchronisatie

Het verwerken en gebruiken van gegevens uit de LV WOZ leidt bij afnemers soms tot vragen of de gegevens die men uit de LV WOZ heeft gekregen wel correct of actueel zijn. Met het doen van een terugmelding kan men dan de bronhouder een onderzoek laten doen naar deze "gerede twijfel" bij de afnemer. Echter het komt ook voor dat deze onjuistheid of het niet actueel zijn van de gegevens veroorzaakt is door het feit dat de LV WOZ geen conforme kopie bevat van de gegevens in de (basis)registratie bij de bronhouder.

In dat geval zal een hersynchronisatie door de bronhouder de geconstateerde tekortkomingen kunnen oplossen. Een direct verzoek tot hersynchronisatie kan dan een efficiënter instrument zijn dan een terugmelding. Echter wanneer een afnemer een standaard synchronisatieverzoek stuurt naar de LV WOZ, heeft dit tot gevolg dat de gegevens van de afnemer gesynchroniseerd worden met de gegevens in de LV WOZ. Dat is niet het gewenste effect.

Het verzoek tot hersynchronisatie is daarom een speciaal bericht aan de LV WOZ op grond waarvan de LV WOZ een standaard synchronisatieverzoek of meerdere standaard synchronisatieverzoeken kan versturen aan de betreffende bronhouder. Zodra de gevraagde synchronisatieberichten van de bronhouder zijn ontvangen en verwerkt in de LV WOZ doet de LV WOZ een melding aan de afnemer die het verzoek heeft gedaan, dat de gevraagde synchronisatie is uitgevoerd.

Het verzoek tot standaardisatie dat de afnemer verstuurt, bevat de volgende informatie:

- WOZ-objectnummer van het object waarvoor de synchronisatie gevraagd wordt;

- Aanduiding of al dan niet de gegevens van het WOZ-object zelf gesynchroniseerd moeten worden

- Aanduiding of al dan niet de gegevens van de waarden voor dit WOZ-object gesynchroniseerd moeten worden en zo ja de waardepeildatum of reeks van waardepeildata waarvoor deze synchronisatie gevraagd wordt.

Deze functionaliteit voor het kunnen doen van een verzoek aan de bronhouder tot hersynchronisatie is uitsluitend beschikbaar voor de afnemers die gebruik (mogen) magen van de dienst Digilevering, dus voor de waterschappen en de Belastingdienst.

Formele historie, tijdlijn registratie

In hoofdstuk 2, De catalogus, staat per attribuut, gegevensgroep of relatie aangegeven of al dan niet formele historie wordt bijgehouden. De formele historie betreft het vastleggen van het moment van registratie en wordt daarom ook aangeduid als tijdlijn registratie.

Deze tijdlijn registratie is vooral van belang wanneer historische gegevens worden gecorrigeerd of gegevens met terugwerkende kracht worden gemuteerd. De gegevens die worden gecorrigeerd/ gemuteerd, kunnen immers eerder gebruikt zijn door een gebruiker/afnemer. Voor deze gebruiker/afnemer kan het nodig zijn om later te kunnen achterhalen welke gegevens oorspronkelijke uit de registratie zijn gebruikt. Om die reden kunnen de gegevens waarvoor de indicatie formele historie op ja staat, ook bevraagd worden met een peiltijdstipFormeel. Dat houdt in dat gevraagd wordt welk antwoord uit de registratie zou zijn gekomen als de vraag gesteld zou zijn op een bepaalde datum in het verleden.

Dit is bijvoorbeeld relevant wanneer iemand meldt dat hij een bepaald poststuk dat twee maanden gelden is verzonden, niet heeft ontvangen en dat hij een jaar geleden is verhuisd. Het is dan mogelijk dat op dit moment het juiste adres staat geregistreerd met ook de aanduiding dat deze persoon daar reeds een jaar woont. Maar met bevraging op peiltijdstipFormeel twee maanden geleden kan dan aan het licht komen dat deze verhuizing (mutatie) pas een maand geleden (met terugwerkende kracht) is geregistreerd. Daarmee is het voor de gebruiker van deze registratie "logisch" dat de post twee maanden geleden nog naar het oude adres is gestuurd.

TijdstipRegistratie bij de bronhouder

Het vastleggen van tijdstipRegistratie betekent dat op het moment van opvoeren van een gegeven de timestamp van de computer wordt vastgelegd. Het is dus niet de gebruiker die tijdstipRegistratie registreert, maar dit gebeurt automatisch vanuit de klok van de computer waarmee de bronhouder de registratie uitvoert.

De tijdlijn die op deze manier wordt vastgelegd is nuttig voor iedereen die direct gegevens gebruikt vanuit deze registratie van de bronhouder. Maar de externe afnemers van WOZ-gegevens gebruiken gegevens veelal vanuit de LV WOZ. TijdstipRegistratie zoals vastgelegd in het systeem van de bronhouder kan deze afnemer op het verkeerde been zetten. In de regel zullen gegevens die door de bronhouder worden geregistreerd ook binnen zeer korte tijd worden geleverd aan en worden verwerkt door de LV WOZ. In die gevallen kan de afnemer het tijdstipRegistratie vastgelegd door de bronhouder ook prima gebruiken als indicatie voor de beschikbaarheid van de gegevens in de LV WOZ.

Echter als er een vertraging is opgetreden bij de aanlevering of verwerking van het bericht in de LV WOZ dan is het tijdstipRegistratie zoals geregistreerd door de bronhouder voor de afnemer minder betekenisvol.

TijdstipRegistratie in de Landelijke Voorziening

Voor het registreren van de formele historie, tijdlijn registratie, in de LV WOZ bestaan er verschillende mogelijkheid:

- in de LV WOZ staat een kopie van tijdstipRegistratie zoals geregistreerd in het systeem van de bronhouder;

- in de LV WOZ wordt tijdstipRegistratie bepaald door de timestamp van de LV WOZ op het moment dat daar de gegevens worden vastgelegd;

- in de LV WOZ wordt zowel de timestamp van de computer van de bronhouder als de timestamp van de LV WOZ geregistreerd.

In het koppelvlak met de LV WOZ gebaseerd op StUF woz 03.12 was het uitgangspunt dat de LV WOZ uitsluitend de kopie bevat van de timestamp van het systeem van de bronhouder. Hiervoor was gekozen op grond van het uitgangspunt dat er in de regel slechts een beperkt verschil in tijd zal zijn tussen registratie bij de bronhouder en vastlegging van de kopie in de LV WOZ.

Op basis van de ervaringen met het bijhouden van de formele historie in de LV WOZ wordt met ingang van het koppelvlak gebaseerd op StUF woz 03.20 gekozen voor een andere benadering. Deze ervaring bestond enerzijds uit de hiervoor genoemde vertraging bij aanlevering of verwerking van gegevens. Anderzijds leert de ervaring dat het synchroniseren van gegevens in de LV WOZ, inclusief materiële en formele historie, vaak tot problemen leidt en ook regelmatig tot verlies van formele historie.

In de LV WOZ wordt daarom (vanaf StUF woz 03.20) eigen formele historie opgebouwd, gebaseerd op de timestamp van de LV WOZ zelf. Het tijdstipRegistratie zoals door de bronhouder geregistreerd, wordt niet overgenomen in de LV WOZ, omdat deze niet relevant is voor de afnemers.

TijdstipRegistratie in berichten naar LV WOZ

De gegevens in de LV WOZ worden primair bijgehouden door gebeurtenisgerichte berichten. Ondanks dat het tijdstipRegistratie (timestamp) van registratie bij de bronhouder niet wordt overgenomen in de LV WOZ, wordt deze timestamp wel meegeleverd in de berichten op basis van StUF woz 03.20 aan de LV WOZ. Bij vastlegging van de aangeleverde (gemuteerde) gegevens in de LV WOZ wordt echter dit tijdstipRegistratie uit het aangeleverde bericht genegeerd en wordt een eigen tijdstipRegistratie vastgelegd door de timestamp van de LV WOZ te gebruiken. Hiervoor is gekozen, omdat de stuctuur van de berichten van de bronhouder aan de LV WOZ gelijk is aan de structuur van de berichten van de LV WOZ aan de afnemers. Alleen het tijdstipRegistratie zal een ander tijdstip bevatten.

Dit geldt ook voor de (verwerking van) correctieberichten die aan de LV WOZ worden verstuurd.

Daarnaast leveren bronhoudersapplicaties ook synchronisatieberichten aan. Omdat de LV WOZ zelf formele historie opbouwt, gebruikt de LV WOZ niet de formele historie die in de bestanden van de bronhouder staat. Daarom bevatten de synchronisatieberichten (inclusief historie: Sh-berichten) die een bronhouder aanlevert aan de LV WOZ alleen materiële historie. Van deze berichten wordt de materiële historie verwerkt in de LV WOZ en op basis van de gegevens bouwt de LV WOZ zelf formele historie op. De in de LV WOZ beschikbare formele historie wordt dus bij hersynchronisatie niet overschreven, maar uitsluitend gecontroleerd en aangevuld. Wanneer de materiële historie in het door de bronhouder aangeleverde synchronisatiebericht afwijkt van de materiële historie die al bekend is in de LV WOZ, dan worden de nieuw op te nemen gegevens in de LV WOZ geregistreerd met de timestamp van de LV WOZ.

Hoewel de bronhoudersapplicatie dus geen formele historie aanleveren aan de LV WOZ, is het mogelijk wel relevant om in de eigen vastlegging de formele historie wel te bewaren gebaseerd op de tijdstipRegistratie bij de registratie door de bronhouder. Immers de formele historie bij de bronhouder kan afwijken van die in de LV WOZ.

TijdstipRegistratie in berichten vanuit de LV WOZ

Wanneer een gebeurtenisbericht in de LV WOZ is verwerkt, dan wordt dit bericht in beginsel door de LV WOZ doorgestuurd aan de afnemers die zich geabonneerd hebben (Digilevering) op deze mutaties. De afnemers krijgen vanuit de LV WOZ in beginsel dezelfde gebeurtenis (hetzelfde bericht) doorgestuurd. Echter bij dit doorsturen vindt een aanpassing plaats, omdat de berichtinhoud wordt gefilterd op basis van de autorisatiematrix.

De hiervoor geschetste werkwijze met tijdstipRegistratie betekent dat voordat een bericht wordt doorgestuurd, dit bericht niet alleen gefilterd wordt aan de hand van de autorisatiematrix, maar dat ook het tijdstipRegistratie in het bericht wordt vervangen door het in de LV WOZ vastgelegde tijdstipRegistratie (timestamp registratie in de LV WOZ). De afnemer kan bij vastlegging van de gegevens in de eigen registratie op basis van de ontvangen gebeurtenis zelf besluiten of tijdstipRegistratie wordt overgenomen uit de LV WOZ of dat de timestamp van het eigen systeem wordt vastgelegd.

Deze werkwijze met doorlevering van het bericht van de bronhouder, na vervanging van tijdstipRegistratie, en na toepassing van de autorisatiematrix wordt ook toegepast bij de verwerking van een correctiebericht door de LV WOZ.

Hierbij is het uitgangspunt dat de LV WOZ de primaire basis is voor formele historie voor de afnemers van de LV WOZ. Hoewel een afnemer ervoor zou kunnen kiezen op basis van de ontvangen gegevens uit de LV WOZ zelf formele historie op te bouwen, is dit niet nodig. In voorkomende gevallen kan de afnemer immers altijd de formele historie opvragen bij de LV WOZ.

Wanneer een bronhouder een hersynchronisatiebericht (met materiële historie) naar de LV WOZ stuurt, zal de LV WOZ, na verwerking hiervan in de LV WOZ, het bericht ook doorsturen naar de afnemers die hierop geabonneerd zijn. Net als het synchronisatiebericht van de bronhouder naar de LV WOZ, bevat het synchronisatiebericht van de LV WOZ aan de afnemers uitsluitend materiële historie. Ook in deze synchronisatieberichten is tijdstipRegistratie bij de bronhouder vervangen door tijdstipRegistratie in de LV WOZ.

Berichtenset voor berichten naar de LV WOZ en vanuit de LV WOZ

Voor de gegevenslevering door bronhouders naar de LV WOZ en de levering vanuit de LV WOZ naar de afnemers (op basis van abonnement) van de mutaties (gebeurtenissen, correcties, hersynchronisaties) wordt dus gebruik gemaakt van dezelfde set van xml-berichten gedefinieerd binnen StUF woz 03.20. Echter de inhoud van deze berichten is verschillend in verband met de geldende autorisaties en in verband met het opgenomen tijdstipRegistratie.

Bij de vraag-/antwoordberichten die bronhouders en afnemers kunnen gebruiken voor het individueel of massaal onttrekken van gegevens uit de LV WOZ bestaat de mogelijkheid om naast de materiële historie ook de formele historie te bevragen.

Ontwerpkeuzes LV WOZ

In het vorige hoofdstuk is ingegaan op de wijze waarop rondom de Basisregistratie WOZ en de LV WOZ wordt omgegaan met de tijdlijn registratie/ formele historie. Bij het bijhouden van deze tijdlijn registratie/ formele historie ligt het primaat bij de LV WOZ. Dit is een belangrijke keuze met betrekking tot de inrichting en functionaliteit van de LV WOZ. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op enkele andere ontwerpkeuzes die zijn gemaakt bij het specificeren van de inhoud en functionaliteit van de LV WOZ.

Meeleveren gegevens uit andere basisregistraties, tijdigheid

De gegevens die binnen het IMWOZ model zijn benoemd als onderdeel van de LV WOZ en die afkomstig zijn uit andere basisregistraties worden door de bronhouders van de Basisregistratie WOZ aan de LV WOZ geleverd. Het gaat hierbij om gegevens uit Basisregistratie Kadaster (kadastrale aanduiding bij de kadastrale identificatie), Basisregistratie Personen (tenaamstelling en adresgegevens natuurlijke personen), Handelsregister (tenaamstelling en adresgegevens niet-natuurlijke personen) en BAG (adresaanduiding gekoppelde objecten). Er is vanuit de LV WOZ dus sprake van doorlevering van basisgegevens. Het is de verantwoordelijkheid van de WOZ-bronhouder te waarborgen dat deze gegevens in de LV WOZ de waarde hebben zoals vastgelegd in de betreffende basisregistratie.

Uitgangspunt is dat er maximaal een week ligt tussen levering door een basisregistratie aan de gemeente c.q. tussen de wijziging van gegevens in een basisregistratie die de gemeente zelf bijhoudt en de levering aan de LV WOZ. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente/uitvoeringsorganisatie dus een abonnement heeft op de relevante mutaties uit Basisregistratie Kadaster, Basisregistratie Personen, Handelsregister en BAG.

Meeleveren gegevens uit andere basisregistraties, verantwoordelijkheid

Elke bronhouder (gemeente of uitvoeringsorganisatie) is verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens over de objecten uit andere basisregistraties die een relatie hebben met de eigen WOZ-objecten.

Voor wat betreft de BAG (WOZ is verbonden met VBO, STA of LIG, WOZ heeft PND, WOZ ontleent aanduiding aan VBO, STA of LIG en WOZ heeft als aanduiding NUM) is er een één-op-één relatie. Deze objecten zullen slechts door één gemeente geleverd worden. (Een VBO kan bij uitzondering wel over een gemeentegrens liggen, zodat twee (of meer) gemeenten een gerelateerd WOZ-object hebben. In die gevallen wordt bij de verwerking op dezelfde manier gehandeld als bij dubbele aanlevering van kadastrale objecten (zie hierna)).

BAG-objecten die gebruikt worden als de adressen van belanghebbenden, worden niet behandeld als het doorleveren van BAG-mutaties, maar als het doorleveren van BRP-mutaties of Handelsregister mutaties. Dus wanneer het adres van een belanghebbende verandert, omdat er een andere NUM wordt gekoppeld aan het VBO waarin deze persoon woont, dan wordt dit niet aan de LV WOZ geleverd als een BAG-mutatie, maar als een BRP-mutatie (MSUB). Ook de BRP zal de afnemers een dergelijke mutatie leveren (verandering woonadres).

Voor de kadastrale onroerende zaken zal in de meeste gevallen ook steeds slechts één gemeente mutaties aanleveren, maar ook hier kunnen kadastrale onroerende zaken die gemeentegrenzen doorsnijden door verschillende gemeenten geleverd worden. In de praktijk is dit geen probleem, omdat de LV WOZ van een kadastrale onroerende zaak uitsluitend de kadastrale aanduiding en de kadastrale identificatie bevat. Deze gegevens zullen niet variëren per leverende gemeente.

Bij personen zal het veel vaker voorkomen dat dezelfde persoon door verschillende gemeenten geleverd wordt, bijvoorbeeld een persoon die eigendommen heeft in verschillende gemeenten. Bij persoonsgegevens bestaat ook het risico dat de gegevens die door verschillende gemeenten worden geleverd van elkaar verschillen. Dat speelt met name bij personen waarvan de gegevens niet overgenomen kunnen worden uit de BRP of het Handelsregister, omdat de persoon niet in een basisregistratie is geregistreerd (buitenlandse persoon, niet-geregistreerde niet-natuurlijke persoon) of dat een persoon niet eenduidig gekoppeld kon worden (niet alle in het Kadaster geregistreerde eigenaren kunnen eenduidig worden gekoppeld aan een BSN of RSIN).

In de LV WOZ ligt daarom bij elke persoon vast welke gemeente (bronhouder WOZ) de gegevens over deze persoon heeft geleverd. Een persoon met eigendommen in drie verschillende gemeenten, wordt daarom drie keer vastgelegd in de LV WOZ. De LV WOZ checkt niet of de gegevens van de drie verschillende gemeenten met elkaar overeenstemmen. Het is de verantwoordelijkheid van de leverende gemeente ervoor te zorgen dat de gegevens binnen de hiervoor afgesproken termijn in overeenstemming zijn met de gegevens in de basisregistratie. Wanneer een WOZ-object met zijn belanghebbende wordt opgevraagd of geleverd aan een afnemer, dan zal de LV WOZ de gegevens van de belanghebbende leveren zoals aangeleverd door de gemeente die ook het WOZ-object heeft geleverd. Indien de WOZ-objecten van een bepaalde belanghebbende worden opgevraagd dan zullen wellicht meerdere geregistreerde personen (dezelfde persoon, maar geleverd door verschillende gemeenten) gevonden worden die voldoen aan de zoekcriteria en dus de WOZ-objecten teruggeleverd worden behorend bij deze diverse personen.

Mutaties bij objecttypen uit andere basisregistraties hoeven slechts geleverd te worden voor zover ze nog een actuele relatie hebben met actuele WOZ-objecten. Van een persoon die zijn eigendommen in de gemeente heeft verkocht, hoeft die gemeente dus geen wijzigingen in het adres meer door te geven. De door die gemeente geleverde gegevens hoeven dus niet meer actueel te zijn. De gemeente dient dit wel aan de LV WOZ kenbaar te maken door het leveren van een beëindig bericht als onderdeel van een MBE of MBG dienstbericht voor een dergelijk object. In de LV WOZ kan dan zichtbaar gemaakt worden dat de gegevens van zo'n object mogelijk niet meer actueel zijn (datumEindeSynchronisatie). Van een persoon die uit de gemeente verhuist en na de verhuizing geen onroerend goed meer bezit wordt de WOZPRS-relatie beëindigd en wordt een beëindig bericht voor deze persoon opgenomen in het MBE_Di01 (of MBG_Di01) bericht. Hij blijft dan in de LV WOZ voor die gemeente vastliggen met het adres waarop hij als laatste verbleef. Dit betekent dat telkens wanneer een WOZPRS relatie wordt beëindigd, nagegaan moet worden of binnen de gemeente deze belanghebbende nog belanghebbende is voor andere WOZ-objecten.

Indien een belanghebbende verhuist, zal een gemeente een MSUB_Di01 bericht versturen. Hiermee worden de gegevens over deze belanghebbende (het woonadres) geactualiseerd. Met dit bericht kunnen ook wijzigingen in de tenaamstelling worden doorgegeven, bijvoorbeeld als gevolg van huwelijk of overlijden.

Vaak zal deze verhuizing ook samenhangen met de verkoop van een woning en de aankoop van een andere woning. Samenhangend met deze verhuizing (maar meestal op andere datum) zal sprake zijn van twee wijzigingen van belanghebbende eigenaar (twee MBE_Di01-berichten).

Alleen actuele gegevens van andere basisregistraties

De LV WOZ bevat de in dit IMWOZ gedefinieerde gegevens uit andere basisregistraties, zoals tenaamstelling en adressen van belanghebbenden. De LV WOZ zal van de gegevens afkomstig uit andere basisregistraties alleen de actuele waarden bevatten (voor een beëindigd object of een beëindigde relatie zijn de actuele gegevens de gegevens zoals ze golden op het moment van beëindiging). Deze keuze is ingegeven door de volgende overwegingen:

- De historie van objecten uit andere basisregistraties is slechts in een klein aantal gevallen relevant voor de afnemers van de LV WOZ. In die gevallen kunnen ze zelf de (historische) gegevens ophalen in de voorziening die daarvoor door die basisregistratie beschikbaar wordt gesteld;

- Het betrouwbaar laten opbouwen van historie via doorlevering vanuit een ander systeem heeft forse consequenties voor de gemeentelijke WOZ-systemen. Het zal bijvoorbeeld zelf ook betrouwbaar de historie moeten opbouwen van gegevens uit andere gemeentelijke basisregistraties c.q. moeten doen alsof richting de LV WOZ. Dit betekent dat het systeem ook binnenkomende berichten met correcties in de historie moeten doorzetten naar de LV WOZ, terwijl men binnengemeentelijk misschien juist functioneel wil kiezen voor het ophalen van historische gegevens uit de (bron)basisregistratie en aan deze complexiteit van beheer van historie geen behoefte heeft;

- De StUF-standaard specificeert dat in antwoordberichten gerelateerden altijd (zelfs in vragen op peiltijdstip) met de actuele waarden worden opgenomen. In de StUF-standaard is deze keuze gemaakt om te voorkomen dat bij de levering van een persoon steeds gecheckt moet worden wat de gegevens op het peiltijdstip zijn van die persoon, van het verblijfsobject waarin die persoon verblijft en van de nummeraanduiding van dat verblijfsobject.

In dit IMWOZ is wel bij een groot aantal gegevens uit andere basisregistraties aangegeven dat materiële en/of formele historie van belang is. Dat betekent dat bij de LV WOZ wel bekend is wanneer het actuele gegeven geregistreerd is (formele historie) en vanaf wanneer dit gegeven geldig is (materiële historie). Een eventuele vorige waarde van het gegeven is binnen de LV WOZ echter niet op te vragen.

Gegevens "in onderzoek"

Het uitgangspunt van het doorleveren van gegevens uit andere basisregistraties is dat deze gegevens altijd één op één worden overgenomen. Deze eis van volledig conform doorleveren, geldt zelfs in situaties dat men "gerede twijfel" heeft over de juistheid van de gegevens in deze andere basisregistratie en men daar een "in onderzoek" indicatie heeft geplaatst.

Wanneer een gemeente de beschikking verstuurt en men de beschikking/belastingaanslag stuurt naar een ander adres dan het verblijfsadres, omdat men gerede twijfel heeft over de juistheid van dit verblijfsadres, dan is dat toegestaan, wanneer men eerst een terugmelding heeft gedaan. Het is echter niet toegestaan dit "nieuwe verblijfsadres" door te leveren als het verblijfsadres van deze belanghebbende. Aan de LV WOZ wordt dus altijd het BRP-adres doorgeleverd, ook als men vermoedt dat dit onjuist is.

Ondersteuning vraag-/antwoordberichten

De LV WOZ ondersteunt uitsluitend vraag/antwoord berichten voor het WOZ-object, het sluimerend WOZ-object en de waarde. Het is mogelijk om WOZ-objecten te selecteren uitgaande van een BAG-object (ligplaats, pand, standplaats, verblijfsobject en nummeraanduiding), een kadastrale onroerende zaak of een persoon als belanghebbende, maar ook uitgaande van een andere wijze van aanduiding van het WOZ-object.

De bevraging op waarde maakt het mogelijk om voor een bepaalde waardepeildatum de waarde en de status van de beschikking op te vragen behorend bij een WOZ-object.

Afzonderlijke bevraging van gegevens over personen of andere aan een WOZ-object gerelateerde objecten (kadastrale percelen, BAG-objecten) is niet mogelijk.

Opnemen van tijdvakGeldigheid

TijdvakGeldigheid is een verplicht gegeven in alle berichten waarmee mutaties worden geleverd. Dit betekent dat ook bij correcties tijdvakGeldigheid verplicht is, zelfs wanneer het tijdvakGeldigheid niet verandert. Hierbij geldt wel expliciet dat oud en nieuw dezelfde waarde voor het tijdvakGeldigheid (een beginGeldigheid met een waarde en een eindGeldigheid met StUF:noValue=”geenWaarde”) moeten bevatten, tenzij ook tijdvakGeldigheid zelf wordt gecorrigeerd. Het wijzigen van tijdvakGeldigheid en het aanbrengen van correctie in niet actuele gegevens, kan overigens uitsluitend met behulp van synchronisatieberichten.

TijdvakGeldigheid is in de berichtspecificaties opgenomen op alle plaatsen waar attributen kunnen muteren, waarvoor historie wordt bijgehouden. Wanneer er geen attributen kunnen muteren waarvoor historie relevant is, maar uitsluitend relaties, dan is tijdvakGeldigheid uitsluitend op de relatie opgenomen.

Toekomstmutaties

Het is in beginsel niet toegestaan om mutaties met een toekomstige beginGeldigheid of een toekomstig tijdstipRegistratie aan te bieden aan de LV WOZ. Deze mutaties worden afgekeurd (foutmelding StUF068).

Mutaties met een toekomstige beginGeldigheid moeten in de gemeentelijke applicatie bewaard worden, tot dat de ingangsdatum aangebroken is. Dan kunnen deze mutaties verzonden worden.

Er mogen wel mutaties worden aangeboden met een brondocument met een datum (dagtekening) die in de toekomst ligt. Bijvoorbeeld de vastgestelde waarde die bekend gemaakt wordt op een aanslagbiljet met dagtekening 25 februari, mag wel al op 3 februari worden aangeleverd aan de LV WOZ. De datum dagtekening is dan 25 februari, de beginGeldigheid is dan 3 februari en de ingangsdatum waarde 1 januari.

Een uitzondering op het verbod op toekomstmutaties is het plaatsen van de datum eindRelatie bij een medebelanghebbende die voor een bepaald jaar de WOZ-beschikking ontvangt. De relatie tussen dit WOZ-object en deze medebelanghebbende eindigt per definitie aan het eind van het kalenderjaar waarvoor de WOZ-beschikking geldt en dit mag daarom ook direct aan de LV WOZ worden aangeleverd.

Filteren van berichten, autorisatiematrix

Gebruikers van de LV WOZ (afnemers) die gegevens uit de LV WOZ opvragen, mogen alleen gegevens krijgen waarvoor zij volgens de autorisatiematrix, geautoriseerd zijn. De berichten die naar een afnemer gaan worden daarom gefilterd, waarbij gegevens die men niet mag ontvangen "verwijderd" worden. Dit geldt voor gebeurtenisberichten die worden doorgestuurd naar de Belastingdienst of het waterschap en ook voor de antwoordberichten bij de diverse vormen van bevraging.

Voor de duidelijkheid een voorbeeld. De Belastingdienst vraagt WOZ-objecten inclusief het attribuut meegetaxeerdeOppervakteGebouwd. Het antwoordbericht wordt gemaakt en bevat het gevraagde attribuut. In het filteren worden de inhoud van dit veld weggefilterd (nietGeautoriseerd).

Gebruik van StUF verwerkingssoort bij gerelateerden

Het metagegeven StUF verwerkingssoort kan de volgende waarden hebben:

T: Toevoeging

W: Wijziging of correctie

V: Verwijdering

E: Een relatie entiteit wordt beëindigd.

I: Entiteit bevat alleen identificerende gegevens.

R: Een relatie entiteit wordt vervangen door een nieuwe relatie entiteit.

S: De sleutel van een entiteit wordt gewijzigd.

O: Het object in de oude entiteit wordt in het kader van een ontdubbeling samengevoegd met het object in de nieuwe entiteit. Het object in de oude entiteit komt niet voor in het zendende systeem. Objecten in een systeem worden veelal ontdubbeld als blijkt dat ze verwijzen naar hetzelfde object in de werkelijkheid.

Gezien de wijze van modelleren binnen het Sectormodel WOZ, zijn bij de berichten aan de LV WOZ vooral de codes "T", "W" en "I" van betekenis.

Bij het omgaan met de verwerkingssoort zijn er vier hoofdregels (met enkele uitzonderingen) die als leidraad kunnen gelden:

- binnen synchronisatieberichten heeft een gerelateerde altijd verwerkingssoort "I" (daarom worden de gerelateerden NPS, NNP, WOZ etc. ook eerst aangeleverd en de gerelateerden KOZ, NUM, VBO etc. moet de LV WOZ zelfstandig verwerken);

- binnen een gebeurtenis met verwerkingssoort "T" heeft een gerelateerde ook altijd verwerkingssoort "T", wanneer sprake is van één van de BAG-objecttypen of KOZ die immers niet zelfstandig worden aangeleverd. Er is sprake van een "I" bij gerelateerde WOZ, SWO, NPS, NNP en VES. Die objecttypen moeten daarom ook altijd eerst zijn aangeleverd (soms zelfs in hetzelfde bericht (voegToeNPS etc.)). WSP is ook altijd "I", want dat is een soort "systeemtabel";

- binnen een gebeurtenis met mutatiesoort "W" krijgen de gerelateerden die alleen van belang zijn om de juiste gegevens aan te duiden, altijd een "I". Bij wijzigingen van de relaties, (toevoegingen van relaties) krijgt de gerelateerde weer de "T" of de "I" conform de uitgangspunten bij een gebeurtenis met verwerkingssoort "T";

- na een isEen heeft een gerelateerde altijd dezelfde waarde als de isEen zelf.

Deze werkwijze betekent dat een toevoeging van een gerelateerde in een gebeurtenis met verwerkingssoort "T" geschiedt met een verwerkingssoort "T". Dezelfde gerelateerde zal in het synchronisatiebericht (actueel) de verwerkingssoort "I" krijgen.

Bij de berichten aan de LV WOZ wordt geen gebruik gemaakt van de metagegevens StUF:sleutelVerzendend en StUF:sleutelGegevensbeheer. Deze metagegevens worden daarom weggelaten.

IMWOZ binnengemeentelijk (concept, in ontwikkeling)

Dit informatiemodel WOZ, IMWOZ, beschrijft de informatiehuishouding in het WOZ-domein. Het omvangrijkste deel van deze informatiehuishouding vindt plaats bij gemeenten en uitvoeringsorganisaties (samenwerkingsverbanden van gemeenten), omdat hier de marktanalyse, taxatie en alle verdere processen omtrent waardebepaling, waardevaststelling en bezwaar en beroep plaatsvinden.

Voor de uitvoering van deze WOZ-taken gebruiken gemeenten en uitvoeringsorganisaties diverse functionele applicaties. Dit betreft bijvoorbeeld de functionaliteit gericht op het voeren van de WOZ-administratie met functies als objectafbakening, aansluiten op andere basisregistraties, aansluiten op de LV WOZ en bezwaar en beroep. Een andere belangrijk functionele applicatie in de regel is de taxatie-applicatie. Daarnaast is er natuurlijk een nauwe relatie met de functionaliteit voor de belastingheffing, met name omdat de WOZ-waarden bekend gemaakt worden op het biljet gemeentelijke belastingen. Ook functionaliteit voor het communiceren met belanghebbende, bijvoorbeeld met een persoonlijke pagina voor het tonen van het WOZ-taxatieverslag, het communiceren over bezwaar en beroep en ook het communiceren voorafgaand aan de waardevaststelling over objectkenmerken, voormelding en inlichtingenformulieren zal de uitvoeringsorganisatie ter beschikking hebben.

Het uitgangspunt van dit IMWOZ-model is dat binnen gemeenten en uitvoeringsorganisaties organisaties steeds meer (willen) werken conform de uitgangspunten van Common Ground. Dat betekent dat uiteindelijk het beheren van gegevens steeds meer losgekoppeld wordt van functionele applicaties. Het echte gegevensbeheer inclusief ook de vastlegging van (formele en materiële) historie, autorisatie voor gebruik en mutatie, logging etc. gebeurt dan steeds meer in een vastlegging van de (WOZ-)gegevens binnen de gemeente/uitvoeringsorganisatie die is ontkoppeld van de functionele applicaties. Met het oog op bijvoorbeeld performance kan binnen de functionele applicatie nog wel sprake zijn van het vastleggen van gegevens, maar het uitgangspunt is dat deze gegevens synchroon gehouden worden met die centrale database die de primaire vastlegging voor de betreffende gemeente vormt.

Dit realiseren van een meer common ground conforme informatie-architectuur voor het WOZ-domein binnen gemeenten en uitvoeringsorganisaties zal zich de komende tijd ontwikkelen. De schetsen die in dit hoofdstuk worden gegeven over dit onderwerp zijn daarmee dan ook nog aan ontwikkeling onderhevig.

Daarom heeft dit hoofdstuk de status "concept, in ontwikkeling". De komende maanden en jaren zal dit onderwerp steeds verder geconcretiseerd worden. Deze ontwikkeling betreft dan de manier waarop één en ander wordt ingericht in de uitvoeringsorganisaties en leidt niet tot inhoudelijke aanpassingen van het informatiemodel zoals gespecificeerd binnen het IMWOZ-model.

Common ground conform vastleggen van WOZ-specifieke gegevens

Om een common ground conforme architectuur mogelijk te maken is het van belang dat er binnen de gemeente/uitvoeringsorganisatie databases zijn waarin men de gegevens kan beheren en die in voldoende mate geüniformeerd zijn om de functionele applicaties te ondersteunen. De uniformering van deze databases bestaat daarbij primair uit het specificeren van de koppelvlakken voor deze databases in de vorm van berichten en/of interfaces (API's).

Omdat de ene organisatie de omschakeling naar een common ground conforme architectuur sneller wil maken dan de andere organisatie en de overgang naar IMWOZ binnen de LV WOZ wel binnen een beperkte tijdsperiode gerealiseerd moet worden, is ervoor gekozen dat een common ground conforme architectuur niet geldt als een randvoorwaarde voor de overgang naar het IMWOZ-model voor de LV WOZ. In de praktijk zal daarmee dit IMWOZ-model fasegewijs worden ingevoerd bij gemeenten en uitvoeringsorganisaties. De eerste fase is gericht op de invoering van de wijzigingen in de LV WOZ. Binnengemeentelijk verandert binnen deze eerste fase zo min mogelijk, maar natuurlijk moet ook de gewijzigde modellering van de gegevens van belanghebbenden binnen de gemeentelijke systemen kunnen worden vastgelegd.

Daarom is deze eerste fase vastgelegd in de specificaties StUF woz 03.20 Fase1, waarin naast de koppelvlakken met de LV WOZ alleen de binnengemeentelijke berichten zijn opgenomen die noodzakelijk zijn om de gewijzigde modellering van de belanghebbenden gegevens te kunnen uitwisselen. Voor alle andere binnengemeentelijke koppelvlakken blijft StUF woz 03.12 en de bestaande architectuur vooralsnog het uitgangspunt.

Een uitvoeringsorganisatie kan echter de overgang naar IMWOZ gebruiken om wel gelijk ook verdergaande stappen in de overgang naar de common ground architectuur te realiseren door bijvoorbeeld databases die voldoen aan de specificatie van dit IMWOZ-model direct als centrale database voor het gegevensbeheer te implementeren. Om die reden zijn de specificaties voor toekomstige binnengemeentelijke koppelvlakken binnen StUF woz 03.20 al wel beschikbaar.

Een stap in de richting van common ground kan erop gericht zijn dat alle gegevens gedefinieerd binnen het IMWOZ-model of een deel van deze gegevens geregistreerd worden in databases die losgekoppeld zijn van functionele applicaties. Deze vastlegging van deze gegevens in een losgekoppelde database hoeft niet te betekenen dat de gegevens niet meer geregistreerd mogen zijn binnen de functionele applicatie. Alleen de belangrijke elementen van gegevensbeheer, zoals waarborgen vastleggen historie, autorisatie en logging zullen via deze database worden gedaan en ontlasten daarmee de (vastlegging van gegevens binnen de) functionele applicaties.

De binnengemeentelijke koppelvlakken die binnen StUF woz 03.20 zijn gedefinieerd op basis van het IMWOZ-model zijn zowel te gebruiken voor het onderling synchroon houden van functionele applicaties als voor het synchroon houden van de gegevens binnen functionele applicaties met de gegevens in een "centrale database", als voor het direct gebruiken (en muteren) van gegevens in de "centrale database" vanuit functionele applicaties. Maar uitvoeringsorganisaties kunnen voorlopig ook nog het StUF woz 03.12 formaat gebruiken binnen de organisatie.

De gedefinieerde binnengemeentelijke koppelvlakken, zijn daarbij verder deels gebaseerd op xml-berichten (StUF woz 03.20 en nog StUF woz 03.12) en deels op Rest/JSon API's.

In de specificaties wordt ervan uitgegaan dat alle in het IMWOZ benoemde objecttypen afzonderlijk gemuteerd kunnen worden. In de praktijk zullen deze objecttypen onderdeel uitmaken van een beperkt aantal databases, dan wel zijn vastgelegd in één of een beperkt aantal functionele applicaties.

Er wordt hier gesproken over functionele applicaties en centrale databases bij de gemeente of uitvoeringsorganisaties. In de praktijk zullen deze applicaties echter veelal worden afgenomen als SaaS-oplossing (Software as a Service) en zal ook voor de opslag van gegevens worden gewerkt met een cloudoplossing. Voor de functionele, inhoudelijke specificatie van de koppelvlakken is dit niet relevant. Bij de technische implementatie van de koppelvlakken is natuurlijk van belang dat voor deze koppelvlakken en alle andere interfaces tussen de applicaties, databases en gebruikers wordt gewerkt met behulp van adequate beveiligde verbindingen.

Beperken randvoorwaarden voor gegevens gedeeld met andere domeinen

Common ground is een uitgangspunt voor de volledige informatie-architectuur voor een gemeente of uitvoeringsorganisatie. Common ground kan met het uitgangspunt van eenmalig vastleggen van gegevens bij de bron zelfs gezien worden als een architectuurprincipe voor de informatievoorzieningen van de gehele overheid. Het invoeren van common ground kent daarmee een groot aantal afhankelijkheden, bijvoorbeeld omdat in de keten informatie wordt uitgewisseld met andere overheden en binnen de WOZ-processen ook veel gegevens worden gebruikt uit andere domeinen of beleidsterreinen. Door deze onderlinge afhankelijkheden bestaat het risico dat implementeren van common ground binnen het WOZ-domein praktisch onmogelijk wordt door het bestaan van een groot aantal randvoorwaarden gericht op het omgaan met deze afhankelijkheden.

Bij het uitwerken van het IMWOZ-model en de gemaakte keuzes om het uitvoeringsorganisaties mogelijk te maken aan de slag te gaan met common ground, is geprobeerd het aantal randvoorwaarden en afhankelijkheden voor het implementeren van common ground in het WOZ-domein zo klein mogelijk te maken. De belangrijkste keuzes hiervoor zijn:

- beperken van de afhankelijkheden in de keten, door de LV WOZ te laten functioneren met in de LV WOZ een kopie van de WOZ-gegevens die relevant zijn voor de afnemers (ketenpartners). Het al dan niet implementeren van common ground bij een gemeente of uitvoeringsorganisatie heeft door de LV WOZ dus geen gevolgen voor de afnemers;

- beperken van de afhankelijkheden ten opzichte van aanpalende terreinen, zoals de geo-informatie (kadastrale registratie, BAG-gegevens etc.) en de persoonsgegevens met gegevens over natuurlijke en niet-natuurlijke personen. De voor de WOZ relevante gegevens uit deze aanpalende terreinen zijn in dit IMWOZ benoemd, inclusief de voor de WOZ geldende eisen aan deze gegevens. De uitvoeringsorganisatie kan er zelf voor kiezen om deze gegevens in eerste instantie specifiek voor de WOZ-uitvoering afzonderlijk te registreren, maar kan ook stappen zetten in de richting van een domein overstijgende eenmalige vastlegging. Natuurlijk gebeurt het werken aan een common ground conforme architectuur niet uitsluitend vanuit het WOZ-domein. De implementatie van het IMWOZ-model zal wat betreft het omgaan met deze breder gebruikte gegevens, zoals gegevens over personen dan ook mee-ontwikkelen met de ontwikkelingen in de aanpalende domeinen

Om de uiteindelijke integratie met andere gebruikers en beheerders van de binnen IMWOZ gedefinieerde gegevens op een later moment zo eenvoudig mogelijk te maken, is ernaar gestreefd om alle specificaties zo uniform mogelijk te houden. Door te werken met specificaties conform MIM 1.1 en StUF en de specificatie van de Rest/JSon API’s volledig aan te sluiten op de API-strategie en het geautomatiseerd generen van API's uit het informatiemodel, wordt verwacht dat de afstemming met andere terreinen (in de toekomst) zonder veel problemen zal kunnen plaatsvinden.

De integratie met andere gebruikers en beheerders van basisgegevens binnen de gemeente of de uitvoeringsorganisatie is uiteindelijk natuurlijk mede afhankelijk van de mate waarin de structuur en de inhoud van de gegevens overeenstemt. Bijvoorbeeld aan de objecttypen pand en verblijfsobject zijn in het IMWOZ geen gegevens toegevoegd ten opzichte van het informatiemodel voor de BAG. Voor deze objecttypen zal dus het werken met een eenmalige vastlegging binnen de gemeente niet veel problemen opleveren. Voor bijvoorbeeld een objecttype natuurlijk persoon ligt dat complexer, omdat er binnen het WOZ-domein sprake is van het vastleggen van personen die niet van belang zijn voor andere gemeentelijke activiteiten, maar ook van het vastleggen van andere gegevens over deze personen (bijvoorbeeld de alternatieve sleutel anp.identificatie). Maar ook voor personen die wel in diverse andere domeinen van belang zijn en daarom ook geregistreerd zijn in de Basisregistratie Personen heeft de WOZ-uitvoering behoefte aan aanvullende gegevens die zijn gedefinieerd binnen dit IMWOZ-model.

Om die reden is bij de uitwerking van StUF woz 03.20 de afweging gemaakt dat bij de eerste stappen richting common ground het accent naar verwachting zal liggen op het creëren van de van de functionele applicaties losgekoppelde databases, zodat er door het los maken van deze gegevens uit de applicaties meer flexibiliteit ontstaat. Het feit dat zeker voorlopig functionele applicaties nog zullen werken met eigen databases binnen de functionele applicaties die synchroon worden gehouden met de losgekoppelde database is een voordeel, omdat zo de overstap naar common ground meer geleidelijk gemaakt kan worden en geen "big bang" hoeft te zijn. Nieuw ontwikkelde functionele applicaties zullen echter steeds minder zelf de noodzaak hebben om nog gegevens vast te leggen en bij vernieuwing van bestaande applicaties zal sprake zijn van een geleidelijke toegroei naar eenmalige vastlegging. In zijn algemeenheid hoeven deze functionele applicaties steeds minder voorzieningen te bieden voor adequaat gegevensbeheer zoals vastleggen van historische gegevens (formele en materiële historie), autorisatie van gebruikers en muteerders, en logging van gebruik.

Leveren mutaties door functionele applicatie

De WOZ-uitvoeringsprocessen zijn informatie-intensieve processen die leiden tot het bewaren en muteren van een groot aantal kenmerken van en relaties tussen de benoemde objecttypen. Vanuit de diverse functionele applicaties zullen dus toevoegingen, wijzigingen en correcties worden aangebracht in de gegevens. Naast adequate autorisatie (welke applicatie en/of welke ingelogde gebruiker in de applicatie mag welke gegevens muteren) is van belang dat ook steeds consistente wijzigingen worden doorgevoerd.

Met het oog op continuïteit wordt voor het aanleveren van mutaties vanuit de functionele applicaties gebruik gemaakt van xml-berichten. Primair betekent dit het gebruik van xxxLk01 of xxxLk02 berichten op basis van de StUF woz 03.20 standaard. Om met de koppelvlakspecificaties maximale consistentie van de geregistreerde gegevens "af te dwingen" wordt onderscheid gemaakt tussen:

- xxxLk0xT: Toevoeging

- xxxLk0xW: Wijziging van actuele gegevens

- xxxLk0xV: Verwijdering.

Met deze Lk01 berichten kunnen alle mutaties die aangebracht moeten worden, worden aangeleverd, waarbij de schema's ook een minimumniveau aan consistentie afdwingen. Deze berichten kunnen dan gebruikt worden voor het verwerken van mutaties in eventueel ingerichte "centrale database" of voor het leveren van de desbetreffende mutaties aan de relevante andere functionele applicaties die de uitvoeringsorganisatie gebruikt.

Deze Lk0x berichten ondersteunen niet het aanbrengen van correcties in historische gegevens, dat wil zeggen in geregistreerde attributen met een eindGeldigheid. Conform de StUF standaard worden correcties in historische gegevens door de functionele applicatie altijd aangeleverd met behulp van een Sh0x bericht. Ook deze Sh0x berichten kunnen weer gebruikt worden voor het bijwerken van de "centrale databases" of voor het leveren van deze correcties aan de andere functionele applicaties. Met het oog op het waarborgen van de consistentie van de gegevens in de losgekoppelde databases zijn de gedefinieerde berichten voor het aanbrengen van wijzigingen binnen StUF woz 03.20 strikter geformuleerd dan de standaard xxxLk01 berichten binnen StUF woz 03.12.

Massaal gebruik van gegevens

Diverse werkprocessen voor de uitvoering van de Wet WOZ betreffen massale processen waarvoor een groot aantal gegevens tegelijkertijd noodzakelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn het draaien en/of optimaliseren van een taxatiemodel, het fiatteren van de nieuwe WOZ-waarden of het plaatsen van de nieuwe waarden (en aanslagen) op aanslagbiljetten. Op een dergelijk moment is binnen de functionele applicatie behoefte aan een totaal werkbestand van de gegevens (tijdelijke kopie) om de processen adequaat te kunnen uitvoeren

Voor het opvragen van een dergelijk werkbestand, of voor het actualiseren van gegevens in de database binnen een functionele applicatie wordt gebruik gemaakt van massale bevraging conform de StUF woz 03.20 standaard. In de praktijk kan hierbij sprake zijn van de volgende soorten bevragingen

- Lv02/La02 berichten, indien het functionele proces uitsluitend gericht is op actuele gegevens;

- Lv04/La04 berichten, indien het functionele proces gericht is op de gegevens op een bepaalde peildatum (tijdlijn Geldigheid/materiële historie). Dit zal gezien het werken met een waardepeildatum en een toestandspeildatum binnen de WOZ vaak aan de orde zijn

- Lv08/La08 berichten, indien het functionele proces zowel de actuele gegevens gebruikt, maar ook de mutaties in de afgelopen periode.

Daarnaast kunnen Lv10/La10 berichten relevant zijn, wanneer behoefte bestaat aan een conversie en of synchronisatie van de databases. Dit kan bijvoorbeeld zijn een conversie in het kader van het loskoppelen van de gegevens uit een functionele applicatie bij het later overstappen naar een meer common ground conforme architectuur.

Individueel gebruik van gegevens

Er zijn echter ook veel werkprocessen bij de WOZ-uitvoering waarbij steeds maar enkele gegevens relevant zijn. Dit betreft een grote diversiteit aan processen, zoals het controleren van gegevens, het beoordelen welke consequenties een extern aangeleverde mutatie heeft op de WOZ-administratie, het behandelen van een bezwaarschrift etc. In al dit soort situatie gebruikt de functionele applicatie direct de gegevens van één of een beperkt aantal WOZ-objecten of andere gedefinieerde objecttypen. Deze gegevens kunnen zijn vastgelegd in de centrale database, maar kunnen ook vastliggen in een functionele applicatie.

Voor dit soort gebruik van individuele gegevens biedt de centrale database of de functionele applicatie waarin gegevens worden opgeslagen adequate API's conform de Nederlandse API-strategie naast de standaard StUF woz 03.20 vraag-/antwoordberichten. Bij de API's en de synchrone xml-vragen wordt tenminste de mogelijkheid geboden voor het ophalen van:

- actuele gegevens (attributen en relaties)

- gegevens geldig op een opgegeven peildatum (tijdlijn geldigheid/materiële historie).

Net als de xml-berichten voor muteren en massaal bevragen van de (losgekoppelde of in de functionele applicatie opgenomen) databases voor het WOZ-domein, zullen ook de te gebruiken API's voor het individuele/synchrone gebruik van gegevens volledig gestandaardiseerd worden om maximale interoperabiliteit te bereiken.

Berichten gericht op de workflow over diverse functionele applicaties

De functionele applicaties zullen gemeenten en uitvoeringsorganisaties ondersteunen bij de uitvoering van de werkzaamheden. Deze ondersteuning omvat aspecten als bewaking consistentie van de gegevens, termijnbewaking, stuurinformatie etc. Dit betekent ook dat de applicaties de gebruikers duidelijk ondersteunen in de workflow. Echter een bepaalde workflow kan ook de inzet van verschillende applicaties noodzakelijk maken. Voor die situaties wordt gebruik gemaakt van "triggerberichten" die de ene functionele applicatie kan versturen naar de andere applicatie om een bepaalde workflow in de andere applicatie over te nemen.

De triggerberichten zijn informatie-arme xml-berichten die gedefinieerd zijn binnen StUF woz 03.20. Het betreft de volgende berichten:

- HerTaxeer

- HertaxeerGereed

- HertaxeerBezwaar

- KenmerkenDeelobjectenGemuteerd

- MuteerKenmerkenDeelobjecten

- TaxatieBezwaarGereed

- Taxeer

- TaxeerGereed

- TaxeerMassaal

Overzicht binnengemeentelijk objecttypen

In de WOZ-administratie van gemeenten en uitvoeringsorganisaties (centrale databases of mogelijk nog binnen één of meer functionele applicaties) worden de volgende primaire objecttypen onderscheiden:

- ASL Aanslagregel

- BLJ Biljet (Biljet gemeentelijke belastingen waarop WOZ-beschikking bekend wordt gemaakt)

- BSK Beschikking

- BZW Bezwaar

- CTL Controle gegevens WOZ-object en onderliggende deelobjecten

- KOZ Kadastrale onroerende zaak

- LIG Ligplaats (integratie met BAG, in toekomst SOR)

- NNP Niet-natuurlijk persoon

- NPS natuurlijk persoon

- NUM Nummeraanduiding (integratie met BAG, in toekomst SOR)

- OPR Openbare ruimte

- PND Pand (integratie met BAG, in toekomst SOR)

- RMA Resultaat marktanalyse

- STA Standplaats (integratie met BAG, in toekomst SOR)

- SWO Sluimerend WOZ-object

- TAX Taxatie

- TDO Taxatie deelobject (taxatie gegevens per WDO)

- TRN Transacties

- TTK Taxatie taxatiekenmerken (taxatie gegevens per TXK)

- TVN Taxatieverslag niet-woningen

- TVW Taxatieverslag woningen

- TXK Taxatiekenmerk (kenmerken WOZ niet zijnde fysiek WDO)

- VBO Verblijfsobject (integratie met BAG, in toekomst SOR)

- VES Vestiging

- WBP Waardebepaling

- WDO WOZ-deelobject

- WOZ WOZ-object

- WPL Woonplaats

- WRD Waarde

- WSP Waterschap

Verder zijn relevant

- AOT Adresseerbaar object, is generalisatie van LIG, STA en VBO

- PRS Persoon, is generalisatie van NNP en NPS

- TVS Taxatieverslag, is generalisatie van TVN en TVW

Met het oog op de complexiteit zijn in het IMWOZ-model sommige objecttypen gemodelleerd in verschillende domeinen.

TAX Voor objecttype TAX worden sommige specifieke attributen en relaties gedefinieerd binnen het "objecttype":

- NSWLandgoedTAX (TXN)

TDO Voor objecttype TDO worden specifieke attributen en relaties gedefinieerd binnen de "objecttypen":

- NSWLandgoedTDO (TDN)

- TDO_AgrarischeAsbest (AAS)

- TDO_AgrarischeGebouwen (AGB)

- TDO_AgrarischeGrond (AGR)

- TDO_BijzonderOmstandigheden (BZO)

- TDO_GecorrigeerdeVervangingsWaarde (GVW)

- TDO_Grond (GRO)

- TDO_HuurwaardeKapitalisatie (HWK)

- TDO_Motorbrandstofverkooppunten (MBV)

- TDO_Stuksprijzen (SPR)

Met het ook op het uitfaseren van de eigen codelijsten per gemeente voor soort-objectcodering en codering van de WOZ-deelobjecten kent het model nog de volgende "objecttypen" die bedoeld zijn om de eigen gemeentelijke codelijst te kunnen bevragen en uitwisselen:

- SOC SoortObjectCode

- WDC WOZDeelobjectcodes

Op verzoek is verder een optioneel objecttype opgenomen omdat in diverse gemeenten het omgaan met erfpachtcontracten van belang is:

- ERF Erfpacht

Lijst met afkortingen (mnemonics)

In dit informatiemodel WOZ, IMWOZ, worden op diverse plaatsen afkortingen gebruikt in de vorm van mnemonics (steeds drie posities), deze mnemonics, nog aangevuld met extra mnemonics, komen ook voor in de xsd-schema's waarmee de specificaties binnen StUF woz 03.20 worden vastgelegd. De mnemonics kunnen ook worden samengevoegd tot combinaties

A

AAS Taxatie deelobject op basis van agrarisch asbest

AGB Taxatie deelobject op basis van agrarische gebouwen

AGR Taxatie deelobject op basis van agrarische grond

AND Aanduiding (bepaalt aanduiding van)

ANV Aanvrager (indiener bezwaarschrift)

AOT Adresseerbaar object (BAG)

ASL Aanslagregel

B

BAG Basisregistratie adressen en gebouwen

BLJ Biljet (diverse aanslagen met WOZ-beschikkingen)

BOB Betrokken object

BRK Basisregistratie Kadaster

BRP Basisregistratie personen

BSK Beschikking

BZO Taxatie deelobject op basis van bijzondere omstandigheden

BZW Bezwaar

C

CTL Controle gegevens WOZ-object en onderliggende deelobjecten

G

GMC Gemachtigde

GRO Taxatie deelobject bestaande uit grond

GVW Taxatie deelobject op basis van gecorrigeerde vervangingswaarde

H

HWK Taxatie deelobject op basis huurwaardekapitalisatie

I

IBW In bewerking

K

KOZ Kadastraal onroerende zaak (Basisregistratie Kadaster)

L

LIG Ligplaats (BAG)

M

MBV Taxatie deelobject op basis van Motorbrandstofverkooppunt

N

NNP Niet-natuurlijk persoon

NPS Natuurlijk persoon

NUM Nummeraanduiding (BAG)

O

OND Onderdeel (is onderdeel van)

OPR Openbare ruimte

OWV Object waarmee vergeleken is (niet verkocht object)

P

PND Pand (BAG)

PRS Persoon

R

RMA Resultaat marktanalyse

S

SOC Soort-objectcode

SOR Samenhangende objectenregistratie

SPR Taxatie deelobject op basis van stuksprijzen

STA Standplaats (BAG)

SWO Sluimerend WOZ-object

T

TAX Taxatie, vastlegging van getaxeerde waarde inclusief opbouw en onderbouwing

TDN Taxatie deelobject op basis van NSW-landgoed

TDO Taxatie deelobject (taxatie gegevens per WDO)

TDW Taxatie deelobject woning

TRN Transactie

TTK Taxatie taxatiekenmerk (taxatie gegevens per TXK)

TVN Taxatieverslag niet-woningen

TVS Taxatieverslag

TVW Taxatieverslag woningen

TXK Taxatiekenmerk (kenmerken WOZ niet zijnde fysiek WDO)

TXN Taxatie, gebaseerd op NSW-landgoed

V

VBO Verblijfsobject (BAG)

VES Vestiging

W

WBP Waardebepaling

WDC WOZ-deelobjectcode

WDO WOZ-deelobject

WOZ WOZ-object

WPL Woonplaats

WRD Waarde

WSP Waterschap